Ontsnapt aan arbeidsinzet na geallieerde beschieting
Tot grote verrassing van zijn familie en dorpsgenoten is Piet van Els vandaag in het Limburgse Wanssum teruggekeerd, twee dagen nadat hij werd opgepakt een razzia voor de arbeidsinzet.
Van Els was zo ontredderd door zijn belevenissen van de afgelopen 48 uur dat hij bij kapelaan Jacobs eerst op verhaal moest komen.
Twee dagen geleden was Van Els, net als de andere mannen van onder de vijftig uit het dorp, door de Duitsers uit zijn huis gehaald en naar de verzamelplaats gebracht. Deels te voet en deels per goederentram kwamen ze terecht in Venlo, waar ze moesten plaatsnemen in een lange goederentrein.
Al gauw bleek dat de vloer vol stond met regenwater, dat door de lekke wanden en daken naar binnen stroomde.
"Een van de vreselijkste nachten uit mijn leven brak aan. We hadden de hele dag in de stromende regen gestaan, zodat we zeer vermoeid en bovendien doornat waren", vertelt Van Els. "In de wagons was het stikdonker. Zitplaatsen waren er niet. Dan maar liggen op de vloer, maar al gauw bleek dat de vloer vol regenwater stond, dat door de lekke wanden en daken naar binnen stroomde."
Volgens een bewaker van de Grüne Polizei was de trein met ruim 650 mannen aan boord op weg naar Wuppertal. Bij het passeren van de Duitse grens zongen de mannen als afscheid het Limburgse volkslied.
In Kaldenkirchen bleef de trein rond middernacht staan. "De tijd leek wel stil te staan, zo lang leken ons deze koude uren. Onze gedachten waren thuis. Vaders dachten aan hun vrouwen en kinderen, jonge mannen aan hun ouders, broers, zusters of verloofden. Geen warmte, gezelligheid, niets dan deze zwarte, naakte wanden van de wagons, natte vloeren, harde ligplaatsen."
'Knetterende mitrailleurs'
Pas de volgende ochtend rond 10.00 uur zette de trein zich weer in beweging. In het open veld, niet ver voorbij Breyell, werd de trein plotseling onder vuur genomen door geallieerde vliegtuigen. "De knetterende mitrailleurs, zij spuwden dood en vernieling, er leek geen einde aan te komen. In werkelijkheid duurde het nog niet één minuut. Angstkreten vulden onze wagon."
De wagons werden geopend en iedereen die kon, zocht dekking in sloten, greppels of in het nabije bos. Terwijl velen de gelegenheid namen om te vluchten, keerde Van Els na de beschieting terug naar de trein, waar zijn neef zwaargewond was achtergebleven.
Er waren doden en gewonden, die door leden van het Rode Kruis werden verpleegd en vervoerd naar ziekenhuizen. Zijn gewonde neef bleek al onderweg te zijn naar het ziekenhuis. Van Els kreeg het voor elkaar dat hij met het ziekenvervoer mee mocht rijden naar het ziekenhuis in Dülken, omdat zich "daar familie van hem bevond".
Nu weer vrij te zijn. Dat grote geluk was niet zo maar te verwerken.
Voordat de militairen kans zagen hem terug te brengen naar de trein, liet hij zich via een kapelaan in het ziekenhuis doorverwijzen naar de politie in Dülken, waar hij zijn Ausweis liet zien. Die toonde aan dat hij vrijgesteld was van de arbeidsinzet. Bij de razzia, een dag eerder, had de Grüne Polizei daar geen belangstelling voor getoond.
Van Els had geluk; de Duitse officier bleek bereid hem te helpen. Hij kon overnachten in een Duits soldatenkwartier en werd vandaag met een legerauto teruggebracht tot aan Arcen. Daar vandaan kon hij lopend terug naar huis.
"Bij de kapelaan zonk ik neer op een stoel", vertelt Van Els. "48 uren waren mijn zenuwen tot het uiterste gespannen geweest. Nu weer vrij te zijn! Dat grote geluk was niet zo maar te verwerken."