Plunderingen Arnhem · P.J. de Booys (Gelders Archief)

Arnhem systematisch leeggeplunderd

Arnhem wordt systematisch leeggeplunderd door de Duitsers. Als aasgieren bij een kadaver zijn ze neergedaald op de verlaten stad.

De plundering van de stad begon al tijdens Market Garden toen er nog tegen de geallieerden werd gevochten. Militairen van beide kanten namen wat ze nodig hadden om de strijd voort te zetten, wetende dat het anders toch in het oorlogsgeweld verloren zou gaan.

Toen de tegenstander was verdreven en bijna alle 90.000 inwoners geëvacueerd, ging de bezetter grondiger te werk. Feldwirtschaftskommando 10 is met tientallen medewerkers bezig om bezittingen van bedrijven naar Duitsland te vervoeren. Alles wat voor de Duitse oorlogsindustrie kan worden gebruikt, wordt afgevoerd.

Bezahlung hat noch zu folgen.

Tekst op reçu van de Duitsers

De Räumung verloopt systematisch: eerst dekens en overig textiel, daarna werktuigen en medicijnen, gevolgd door aardolieproducten en chemicaliën, dan kantoormachines, meubels en kachels. Fabrieken en winkels gaat men eerst langs, daarna hotels en tot slot woningen. Zo gaat het huis na huis, straat voor straat, wijk na wijk.

De buit is aanzienlijk. Alleen al de industrie van de stad is voor miljoenen gedupeerd: voorraden en machines zijn verdwenen bij Holmetal, mijnbedrijf Billiton, stroombedrijf PGEM en kunstzijdefabrikant AKU. Vrachtwagens en goederentreinen rijden af en aan.

Officieel hebben de bedrijven recht op een vergoeding: "Bezahlung hat noch zu folgen" komt er keurig op het reçu te staan, maar niemand gaat ervan uit dat daar ooit aanspraak op gemaakt kan worden.

Fotograaf Pieter de Booys maakte heimelijk opnames van de Duitse strooptochten:

Sinds deze maand is het plunderen een derde fase ingegaan: rijkscommissaris Seyss-Inquart heeft vier Duitse regio's toestemming gegeven complete inboedels mee te nemen. Daarmee kan Duitse huisraad worden vervangen die bij geallieerde bombardementen verloren is gegaan.

De stad is in vier stukken verdeeld. Düsseldorf kreeg een deel toegewezen, net als Essen en twee ploegen uit de regio Westfalen. Die opstandige Nederlanders moeten "nu zelf maar eens voelen wat het zeggen wil alles kwijt te raken", legde een Duitse majoor uit.

De zoekers gaan rigoureus te werk. Om verstopte bezittingen te vinden worden vloeren opengebroken, behang losgetrokken en tuinen doorgespit. Een Nederlandse dwangarbeider zag hoe een Duitse onderofficier niet wilde wachten terwijl zijn mannen glaswerk keurig een ander plekje gaven. Hij "zwiepte alles in één veeg op de grond en zei maar weer eens: 'Krieg ist Krieg'."

Velen in de stad 'organiseren' ook wat voor zichzelf. "Hier is alles te krijgen wat je je maar kunt bedenken", schreef een Duitser aan zijn familie. "Ook wat eterij aangaat, raakt het maar niet op. Cacao, koffiebonen, melk, groente, vlees en vis in blik. Ik smeer boter dikker dan het brood. We leven als in 't paradijs."

Protest

NSB-burgemeester Schermer protesteerde er hulpeloos tegen bij het gezag. "Ik begrijp dat soldaten die een onderbroek dringend nodig hebben die wegnemen. Maar ik kan het niet goedkeuren als dit in plundering ontaardt", schreef hij half oktober in het Duits aan Seyss-Inquart. "Wat er nu in de stad gebeurt, schaadt de naam van de Duitse soldaat en de eer van de Weermacht."

Niets wijst erop dat Seyss-Inquart zich iets aantrekt van die smeekbede.