Caspar Naber: liever dood dan doorslaan
In alle vroegte heeft de Groningse verzetsman Caspar Naber vanmorgen een einde aan zijn leven gemaakt door uit het raam van het beruchte Scholtenhuis te springen. Hij was bang dat hij bij verdere martelingen zou doorslaan.
Naber (38) was deze week opgepakt. Vanuit zijn ijzerwarenhandel in de Gelkingestraat in Groningen leidde hij onder de naam Clou (Frans voor spijker) een radiopost van het verzet. Daarmee werd informatie doorgespeeld aan de geallieerden. Ook hielp hij Joden onderduiken.
Bij een inval werd Naber opgepakt en overgebracht naar het Scholtenhuis, de statige stadsvilla aan de oostzijde van de Grote Markt. Dat gebouw was aan het begin van de oorlog gevorderd voor het Duitse hoofdkantoor in de noordelijke provincies.
Bekend is dat arrestanten in die Aussenstelle zwaar worden mishandeld tijdens verhoren. Ze worden geslagen en geschopt, bewerkt met gummiknuppels of ondergedompeld in een badkuip tot ze bijna verdrinken.
Na Dolle Dinsdag is de sfeer er helemaal grimmig geworden, omdat overtuigd nationaalsocialistische politieagenten uit de rest van het land op hun vlucht naar Duitsland in Groningen zijn blijven hangen.
'Het grootste offer'
Toen Naber op de zolder van het gebouw werd opgesloten, zag hij kans door een dakraam te springen. Hij was door de val op slag dood. Naber laat een vrouw en drie jonge kinderen achter.
"Zijn geweldige en radicale offerzin en offermoed deed hem 't grootste offer, dat van het leven brengen", valt te lezen op een bidprentje voor de katholieke verzetsman. "Bij zoiets wordt men stil en kan men enkel zeggen: dank, dank voor alles wat je deed. Zij, die hij achterlaat, moeten zijn offer voortzetten."