Duitsers geven zich als makke schapen over in Middelburg
Middelburg is bevrijd zonder dat er een schot is gelost. Maar terwijl de Duitse soldaten zich als makke schapen overgeven wil de Duitse bevelhebber Daser nog niet capituleren.
De generaal wil zich pas morgen overgeven, op voorwaarde dat er tegenover hem een kolonel of hoger staat. Daar moeten de geallieerden nog iets op bedenken, want onder de troepen die Middelburg hebben bevrijd is geen kolonel voorradig.
Murw
De bevrijding van de stad begon dagen eerder toen verzetsmensen van de Ordedienst met gevaar voor eigen leven vanuit Middelburg met een bootje naar de geallieerden in Vlissingen voeren. Zij wisten de Engelsen ervan te overtuigen dat de Duitsers - het hoofdkwartier bevindt zich in het centrum van Middelburg - murw zijn na dagenlang onder vuur te hebben gelegen.
Op het hoogtepunt - in de nacht van 2 op 3 november - vuurden de geallieerden elke twee minuten een granaat af. Vooral het stationsgebied is zwaar getroffen, daar vallen 26 burgerslachtoffers.
Nu is het geluid van bommen en granaten verstomd. Een bijna onwerkelijke stilte daalt neer op Middelburg. Voor het eerst sinds dagen durven Middelburger Willem de Jonge en zijn broer weer naar buiten. Rond 14.30 uur zien ze samen met veel andere inwoners de amfibietanks van de geallieerden de Markt oprijden.
Op verschillende plekken staan groepjes Schotse militairen. "Maar zijn het er genoeg om de 2000 Duitse soldaten te verjagen die nog in de stad zijn?", vragen de broers zich af.
Zes doden
Er zijn maar tweehonderd Schotse militairen in de stad. Ze zijn rond de middag vanuit Vlissingen met elf buffalo's (amfibievoertuigen) op weg gegaan naar Middelburg. De dag ervoor is de route verkend en de weg lijkt veilig. Er is geen Duitse verdediging op het traject.
Toch komt niet iedereen ongeschonden aan in Middelburg: een van de voertuigen loopt op een mijn, zes militairen komen daarbij om. Het blijven de enige slachtoffers die vallen op de dag dat Middelburg wordt bevrijd.
Ze zijn zo tam als wat, je kan er niet bang voor zijn.
Hoewel de Schotten ver in de minderheid zijn, ziet Willem de Jonge hoe op De Markt steeds meer Duitse soldaten zich overgeven. "Met de handen omhoog lopen ze naar de Schotse soldaten toe."
Ze geven zich als makke schapen over, er wordt geen schot gelost. "Na die dagenlange gevechten is het bizar om te zien hoe vredig de stad is ingenomen door onze bevrijders. Iedereen begint te juichen, we zien verzetsmensen van de Ordedienst, spontaan beginnen we het Wilhelmus te zingen, er ontstaat een klein feestje op De Markt", zegt Willem.
Bep Baljeu is op de Dam, vlak bij het hoofdkwartier van de Duitsers. "Ze zijn zo tam als wat, je kan er niet bang voor zijn. Ze zagen er opgelucht uit, waren allang blij dat ze er heelhuids van af waren gekomen. Ik voelde geen kwaadheid als ik naar ze keek."
De stad kan eindelijk opgelucht ademhalen. De Middelburgers waren bang dat hun stad opnieuw grote schade zou oplopen, net als bij het uitbreken van de oorlog in 1940. Toen vochten de Fransen daar tegen de Duitsers, en gaven zich pas een paar dagen na de capitulatie van Nederland over.
Er waren weinig burgerslachtoffers, maar bijna 600 panden lagen in puin, veel Middelburgers waren dakloos en het historische centrum was zwaar beschadigd.
Nu is het overvol in het stukje stad dat nog droog ligt. Naast de 7000 inwoners zijn er 27.000 Zeeuwen naar het hoger gelegen centrum gevlucht, omdat de geallieerden Walcheren onder water hebben gezet. De huizen zitten vol met vluchtelingen, tot aan de zolders toe.
Ook bij Willem de Jonge in huis zitten mensen van elders. Hoewel de overgave nog niet officieel is, durven de mensen wel weer de straat op en hopen ze snel naar huis te kunnen.