Graeme Warrack vrij na twee weken in kast
Hij moest twee weken overleven in een kleine ruimte boven een kast, maar het is de Schotse kolonel Graeme Warrack gelukt uit krijgsgevangenschap te ontsnappen. Vanavond kon hij wegkomen uit de Koning Willem III Kazerne in Apeldoorn.
Legerarts Warrack bleef na Market Garden achter om zijn gewonde collega's te verzorgen. Met ruim 1500 man werd hij naar het tijdelijke ziekenhuis in de kazerne gebracht. Toen na een maand de gevangenentransporten naar Duitsland startten, besloot Warrack te verdwijnen.
"Ik bedacht me hoe afschuwelijk het zou zijn om in de buitenlucht te moeten vertoeven, als het zo regende en koud was, zonder eten, zonder vuurtje, misschien wel met snuffelende honden in de buurt", had hij geredeneerd. "Plotseling kreeg ik een prachtige ingeving: waarom zou ik me niet verbergen binnen het kamp?"
Water, brood en advocaat
In zijn slaapkamer ontdekte hij een loze ruimte in het plafond boven zijn kast, precies groot genoeg om in te verstoppen: 45 cm diep, 90 cm hoog en 3,60 m lang. Hij verborg er drie broden, acht flessen water en flessen advocaat, een rode-kruispakket met ontbijtkoek, boter, honing en toffees. Ook had hij dekens, kaarsen en een emmer geregeld.
Toen de Duitsers op 17 oktober aankondigden dat hij binnen een half uur met anderen op transport moest, maakte Warrack van de commotie gebruik om zich in zijn "hidey-hole" terug te trekken. Na zijn verdwijning hoorde hij de Duitsers zijn kamer doorzoeken.
"De sprekers stonden vlak onder me, voor de geopende deur van de kast", verhaalt Warrack. "Ze stonden minder dan een halve meter van me af." Toch werd hij niet ontdekt.
Mijn idee om in het verborgene te wachten tot de Engelse kwamen, was blijkbaar toch niet zo'n daverende gedachte geweest."
In de dagen die volgen kon hij af en toe zijn schuilplaats verlaten dankzij een code die hij met een achtergebleven gevangene had afgesproken: als die Lily Marlene floot dreigde er gevaar, was het veilig dan klonk er Come, come, come and make eyes at me. Dan kon hij snel naar de wc of met kaarten de tijd wat doden.
Na anderhalve week kwam het bericht dat de laatste Britse gevangenen zouden worden afgevoerd. Enkele dagen had Warrack het hele gebouw voor zichzelf, maar toen kreeg hij een Duitse kamergenoot.
"Hij sliep onrustig, wat betekende dat ikzelf die nacht ook niet veel rust kreeg", verzucht Warrack. "Mijn idee om in het verborgene te wachten tot de Engelsen kwamen, was blijkbaar toch niet zo'n daverende gedachte geweest."
Op de bonnefooi
Aan het einde van de volgende dag besloot hij daarom weg te sluipen. "Ik was doodsbang en verwachtte ieder ogenblik de kreet 'Halt' te zullen horen, maar er gebeurde niets." Door een gat in de omheining kon hij wegkomen.
"Ik kwam een beekje van 1,5 meter breed tegen en meende dat ik er makkelijk over zou kunnen springen, maar ik vergat even dat ik 15 dagen in dezelfde houding had gelegen. Ik sprong er middenin."
Na een dag lopen klopte hij bij Otterlo op de bonnefooi aan bij een huisje, koud, nat en vuil. "Kort, kort, lang, lang. Het V-teken was vrij goed bekend in Nederland." Bij toeval bleek het gezin daar actief in het verzet.
Warrack hoopt uiteindelijk via de Veluwe weer in bevrijd gebied te komen. Dat is eerder gelukt met ondergedoken militairen: vorige week slaagden 130 Britse para's erin om bij een gecoördineerde actie de Rijn over te steken.