In deze tijden van schaarste geeft het voorlichtingsbureau van de Voedingsraad onvermoeibaar adviezen om het leven wat dragelijker te maken. In de kranten krijgen huisvrouwen tips om langer met hun rantsoen te doen.

Dat kan al door een slimmigheidje als het koken van aardappelen in de schil. Zo kun je nog een extra dag halen uit je portie voor vijf dagen. Wel even weken, schoonborstelen en ontpitten.

Eerder werden er al recepten gegeven voor bramengruwel, tomatenstamppot of beschuittaart ("een traktatie in de vakantietijd"). Voor het twaalfuurtje wordt aangeraden eens aardappelpuree op brood te proberen, of simpelweg wat druppels olie, "beter dan een droge boterham".

De onbekende paprika

Een salade kan de warme maaltijd wat voedzamer maken. Rodekoolsla, bietensla of sla van andijvie kan een aanvulling zijn uit de eigen moestuin. Wie in bosrijk gebied woont kan misschien op zoek naar hanenkammen: de zwammen met de kenmerkende bekervorm zijn goed om een soepje of flensjes mee te maken, of als groentevervanger. "Menig lekker maaltje is ermee te bereiden."

Wie iets exotischer durft te worden, kan een onbekende vrucht als de paprika proberen. De Voedingsraad looft de goede eigenschappen van de "zoete peper": vol vitamine C en carotine om vitamine A aan te maken. Bovendien geeft het "door haar felle rode of groene kleur een fris aanzien aan de gerechten".

Misverstand

De Telegraaf noemt het alvast onterecht dat menig huisvrouw met wantrouwende blikken naar de vruchten kijkt. De krant voorspelt dat de paprika hier net zo ingeburgerd gaat raken als de tomaat een generatie eerder.

En passant wordt nog even het misverstand gecorrigeerd dat de paprika uit Hongarije komt: dat paprikaland met zijn goulash is niet de oorsprong, maar Zuid-Amerika. Al op de reizen van Columbus werd erover geschreven.