Japan uitgeschakeld als zeemacht
De geallieerde vloot is erin geslaagd een enorme Japanse tegenaanval bij de Filipijnen af te slaan. Niet alleen bleef het bruggenhoofd op de eilandengroep behouden, het is de vraag of de Japanse armada kan herstellen van de grootste zeeslag deze oorlog.
In hun opmars naar Japan landden vorige week tienduizenden Amerikaanse militairen op het eiland Leyte, in het hart van de bezette Filipijnen. Als het lukt de archipel in te nemen, is Japan afgesneden van de bezette gebieden in bijvoorbeeld Nederlands-Indië, waar onmisbare grondstoffen als olie en rubber worden gewonnen.
Om te voorkomen dat de Amerikanen hun positie kunnen consolideren hadden de Japanners een drievoudig plan bedacht: een afleidingsmanoeuvre uit het noorden moest de Amerikaanse hoofdmacht weglokken, terwijl aanvalsgroepen uit het westen en zuiden dan de Amerikaanse landingstroepen in de tang moesten nemen.
Je wil je werk doen en wegwezen.
De Slag in de Golf van Leyte werd uitgevochten in een enorm gebied rond de Filipijnen. Meer 280.000 militairen waren betrokken bij de zeeslag, waar meer dan 200 Amerikaanse schepen en 1500 vliegtuigen het opnamen tegen een Japanse vloot van 64 vaartuigen.
"Iedereen die zegt dat hij niet bang was, spreekt niet de waarheid", zegt zeeman Philip Hollywood. "Het ging allemaal zo snel, je denk niet na. Je wil je werk doen en wegwezen."
De verovering van Leyte past in het Amerikaanse aanvalsplan voor Japan:
De confrontatie begon drie dagen geleden toen twee Amerikaanse onderzeeërs de westelijke aanval van admiraal Kurita opmerkten en aanvielen. Het lukte de Amerikanen drie schepen uit te schakelen. Kurita's vlaggenschip ging daarbij zo snel ten onder, dat hijzelf uit het water gered moest worden.
Na nog verdere schermutselingen over en weer trapten de Amerikanen de volgende dag in de Japanse misleiding: admiraal Halsey ging op jacht naar de vijand uit het noorden, in de overtuiging dat zij de hoofdaanval moesten leiden.
Dit gaf Kurita, verzwakt maar zeker niet verslagen, de mogelijkheid op te stomen naar de nu grotendeels onbeschermde landingsmacht op het eiland Leyte. Hoewel de Amerikanen in de regio een grote overmacht hebben, had de Japanse admiraal nu een veel zwakkere tegenstander tegenover zich.
De Amerikanen verdedigden zich met de moed der wanhoop. Uit tijdgebrek lieten ze hun vliegtuigen opstijgen met wat er maar beschikbaar was, soms zelfs alleen dieptebommen. De zwakkere Amerikaanse vloot nam de vlucht naar voren en viel de Japanners aan om de gelande manschappen te verdedigen.
'Op het nippertje'
De felheid van die aanvallen, gecombineerd met de chaos, het slechte weer en het misverstand dat er toch nog een grotere Amerikaanse vloot op hen wachtte bij Leyte, deed Kurita besluiten om te keren. "Het was op het nippertje", zegt een UPI-verslaggever. "Ik kan je zeggen dat er een hoop bezorgde mannen op de centrale Filipijnen waren op dat moment."
Het Amerikaanse bruggenhoofd was daarmee ternauwernood behouden, terwijl de Japanse vloot voor niks zware offers gebracht had. De Japanners waren het spectaculair bewapende slagschip Musashi verloren (al waren daar 19 torpedo's en 17 bommen voor nodig), samen met ruim twintig andere schepen, zoals de vier vliegdekschepen die de Amerikanen moesten weglokken.
De geallieerden verloren het vliegdekschip Princeton en zes andere schepen. Daarnaast verloren de geallieerden 3000 militairen, Japan het drievoudige.
"De chaos was totaal", zag luitenant James Holloway over de verslagen vloot. "Sommige schepen dreven rondjes, andere lagen totaal stil. Velen stonden in brand, schuddend door enorme explosies. Anderen waren totaal onherkenbaar, boeg weg, achtersteven weg, alles aan dek verwoest."