Bloed en bladeren: de Duitsers nemen wraak
"Wees flink en bid voor ons. We hebben het nodig." Een laatste boodschap aan de vrouw en kinderen van verzetsman Sjaak Zilessen, geschreven op wc-papier. Hij is vanmorgen in alle vroegte met 28 anderen uit zijn cel gehaald en doodgeschoten op de Amsterdamse Apollolaan.
Met het bloedbad namen de Duisters wraak voor de dood van Herbert Oelschlägel, een dag eerder. Het verzet schoot deze uiterst gevaarlijke SD'er gisteren dood bij een mislukte ontvoering.
De 36-jarige Oelschlägel betekende een enorm gevaar voor het verzet. In tegenstelling tot veel van zijn collega's had hij voor de oorlog lange tijd in Nederland gewoond. Doordat hij de taal sprak en de weg wist, kon hij een bijzonder groot netwerk aan infiltranten en verraders binnen het verzet opbouwen, V-Männer (vertrouwensmannen).
"Wat in zijn handen viel, was onherroepelijk verloren", legt een medewerker van het verzet uit. "Lages [de leider van de Sicherheitsdienst in Amsterdam] beschouwde hem als de beste man van de SD."
Ontvoering mislukt
Het verzet plande daarom een ontvoering. Oelschlägel moest worden bedwelmd en meegenomen, om hem te ondervragen en stiekem te vermoorden. De hoop was dat bij een verdwijning represailles zouden uitblijven.
Het plan mislukte doordat Oelschlägel in de buurt van het SD-hoofdkwartier merkte dat hij werd gevolgd door een auto. Op het moment dat hij werd gegrepen, verzette hij zich zo krachtig dat het flesje chloroform om hem te verdoven kapot viel op straat. Toen Oelschlägel om hulp riep, werd hij doodgeschoten. Tijd om het lijk mee te nemen was er niet meer.
De Duitse reactie volgde onmiddellijk. Midden in de nacht werden 29 mensen uit het Huis van Bewaring geselecteerd voor executie. Het waren totaal willekeurige slachtoffers, die niks met de aanslag te maken hadden: verzetsleden, maar ook een 18-jarige scholier en een gewone misdadiger, zelfs twee personen die op het punt stonden vrijgelaten te worden.
Bij het ochtendgloren werden ze naar een plantsoen bij de plek van de moord gebracht. Daar waren als vergelding al twee villa's in brand gestoken. Dat een daarvan van een NSB'er was, maakte Lages niets uit. Na protest van Mussert zei hij slechts cynisch dat hij geen tijd had voor politieke gesprekken; men moest maar een schadevergoeding aan Amsterdam vragen.
De toegesnelde brandweer werd tegengehouden. "Het was daar vol met zwaarbewapende Duitsers, die ons verboden te blussen", zegt een brandweerman. "Als we het toch zouden proberen, zouden ze ook de volgende villa in brand steken."
Bloed in de goot
De Todeskandidaten werden in groepen gezet en doodgeschoten. "Ik hoor nog hoe sommigen schreeuwden: 'Moeder!'", vertelt de brandweerman. "Na het salvo vielen ze neer, wie nog bewoog kreeg een nekschot."
De Duitsers dwongen ook anderen te blijven kijken naar de executie, zoals de 7-jarige Kiki de Haas. Hij draaide zijn hoofd weg. "Ik heb het gehoord. Wat ik wel heb gezien: het bloed in de goot. Vermengd met bladeren, want het was herfst."