Stoottroepen onderweg · NIOD

Voormalig verzetsstrijders vertrekken naar de frontlinie

Hoewel grote delen van Zuid-Nederland bevrijd zijn, leggen de verzetsstrijders in dit gebied hun werk niet neer. Ze sluiten zich aan bij de 'Stoottroepen': het bewapende gedeelte van de Binnenlandse Strijdkrachten. In september zijn deze troepen opgericht en vandaag vertrekt de eerste lichting richting het Land van Maas en Waal.

In het rivierengebied, dat aan de frontlijn ligt, moeten zij vijandelijke infiltraties tegengaan. Zo wordt voorkomen dat de Duitsers bijvoorbeeld krijgsgevangenen maken of schade aanrichten op belangrijke plekken.

De geallieerden hebben te maken met troepentekorten, dus kunnen de versterking goed gebruiken. Toch zitten er ook nadelen aan de inzet van de Stoottroepen. Zo zijn de strijders meestal niet of nauwelijks militair opgeleid. Als ze wél opleiding hebben genoten, is deze haastig geweest.

Zie hier hoe Brabantse troepen trainingen krijgen: bij de schietoefeningen steekt een geconcentreerde rekruut zijn tong uit zijn mond:

Brabantse Stoottroepen trainen om te vechten

Een ander nadeel is dat de Stoottroepen weinig middelen tot hun beschikking hebben. De uitrusting bestaat uit gewone burgerkleding, allerlei verschillende soorten helmen en wapens, afgedragen schoeisel en klompen.

Bovendien zijn de strijders niet altijd in goede vorm. De vijf jaren in onderdrukking, met weinig eten omhanden, hebben hun tol geëist.

Hoe de Stoottroepen het gaan doen, is dus nog de vraag. Maar één ding is duidelijk: de mannen zijn gemotiveerd. Velen hebben bij hun werkzaamheden in het verzet vrienden verloren.