In het Limburgse Maasbracht hebben de Duitsers 240 binnenvaartschepen opgeblazen in de haven. Zo'n duizend mensen zitten nu zonder woning.

De geallieerden komen vanuit het zuiden steeds dichterbij. De Duitsers wilden voorkomen dat de schepen ingezet zouden worden voor de geallieerde troepen. Ook wilden ze het verkeer via het water tot een halt brengen.

De inwoners van het dorp zijn van slag. Het gaat namelijk om schepen van particulieren. "Voor de schippers was het alles. Het was een dak boven hun hoofd, de woningen van hun vrouw en kinderen", zegt Jac Linssen, een ooggetuige. Naast hun woning zijn veel schippers ook hun werk en inkomen verloren.

Eerder deze maand werd de ingang van de haven al geblokkeerd door twee schepen te laten zinken. Zo kon geen enkel schip meer in- of uitvaren. Toch waren de Duitsers bang dat dit niet genoeg zou zijn. Gisteren kwamen ze tot het drastische besluit om alle schepen in de haven op te blazen.

"We moesten binnen 24 uur van ons schip af. We konden niet veel meenemen, alleen een tasje of een koffertje", vertelt schipper Janus Romeijnders. "Nu is alles kapot, alle schepen zijn kapot."

De schippers en hun families zijn vanmorgen vroeg aan wal gegaan. Ze zijn nu op zoek naar een nieuw onderkomen.