Twee medewerkers en groot aantal dieren dood in Burgers' Dierenpark
In Burgers' Dierenpark zijn twee medewerkers en een groot aantal dieren omgekomen door een granaatinslag van de geallieerden. De granaat raakte het huis van directeur Reinier van Hooff.
Het is niet de eerste keer dat de dierentuin lijdt onder oorlogsgeweld. Het park ligt aan de rand van Arnhem, het gebied waar de afgelopen twee weken zwaar gevochten is.
Meerdere dierenverblijven zijn verwoest. Omdat het voeren van de dieren een levensgevaarlijke bezigheid is geworden, zijn nog maar een paar dierenverzorgers aanwezig.
Extra voedselvoorraden
Het verzorgen van de dieren kan ondanks de oorlog doorgaan, dankzij extra voedselvoorraden die zijn aangelegd voor de dieren. Deze extra voorraad is hard nodig: de Duitsers komen regelmatig binnenvallen om een deel van het voedsel in beslag te nemen.
Daarnaast hebben ze al meerdere pogingen gedaan om het park als jachtterrein te gebruiken. Hierbij hebben ze duiven, fazanten, eenden en andere vogels buitgemaakt. Ook worden er regelmatig dieren gestolen door mensen met honger.
Het is lastig om vlees te bewaren, doordat de koelcellen kapot zijn gegaan. Directeur Van Hooff mag daarom de Duitse linie passeren om vlees te verkrijgen. Langs de Rijn liggen veel kadavers van koeien en paarden die door bommen en granaten zijn geraakt. Deze worden nu als voer gebruikt.
Andere dierentuinen
Voor alle dierentuinen is de oorlog een moeilijke periode. Aan het begin van de oorlog, op 10 mei 1940, moest Ouwehands Dierenpark in opdracht van de Nederlandse Landmacht al zijn roofdieren doden uit voorzorg.
"De officieren van de landmacht zeiden: 'de Duitsers schieten straks de hokken in elkaar en dan kunnen ze zo weglopen'", zegt Bram Ouwehand, die op het park werkt. Cornelis Ouwehand, de eigenaar van het park, heeft de roofdieren met zijn eigen karabijn moeten doodschieten.
Ook Artis lijdt onder de oorlog. Hoewel de dierentuin een ruime voedselvoorraad had aangelegd aan het begin van de oorlog, begint deze nu op te raken. De dieren worden niet meer gevoerd tijdens openingstijden, om te voorkomen dat bezoekers eten uit de hokken stelen.