'Iedereen in Oosterbeek wil weg uit deze hel'
De uitgelaten blijdschap over de komst van de tommy's is na de hevige gevechten in Oosterbeek omgeslagen in angst en moedeloosheid.
"Het is geen leven meer in deze hel", zegt Willem Rijks, die samen met zijn twee kinderen na vijf dagen moest vluchten vanwege de hevige gevechten tussen de Duitse en Britse militairen in Oosterbeek. Al hun spullen hebben ze achtergelaten in hun huis in de Weverstraat.
Heel ver zijn ze niet gekomen, want al snel stuitten ze op Duitse tanks. "De granaten vielen vlak bij ons neer."
Tot zijn grote ontzetting raakte Rijks in de chaos zijn kinderen kwijt. Ondanks het gevaar ging hij ze zoeken. "Ik nam mijn fiets en reed al roepende en zwaaiende met een handdoek, ten teken dat we vluchtende mensen zijn, tot aan de Utrechtschestraatweg. Ik kwam niemand tegen, behalve Duitsers."
Leeft ze nog?
Na wanhopig zoeken en roepen tussen de brandende puinhopen vond hij uiteindelijk zijn zoon Gerrit, die hem huilend om de nek viel. Gerrit vertelde hem dat zijn zusje Riemke was gevallen en gewond was geraakt bij een granaatontploffing. Iemand trok hem mee en zo raakte hij haar kwijt.
"De angst benam mij bijna de adem. Waar is mijn dochter, leeft ze nog? bleef ik me maar afvragen", vertelt Rijks.
Pas vanochtend kon hij zijn zoektocht voortzetten, na opnieuw een nacht zonder slaap in een schuilkelder te hebben doorgebracht. In de buurt van de Emmaweg kwam hij iemand tegen die hem kon vertellen dat zijn dochter in een kelder is opgevangen.
Zwijgend
Tot zijn grote opluchting kon hij even met haar praten, voordat ze met een brancard werd vervoerd naar een noodhospitaal, dwars door de beschietingen tussen de Duitsers en geallieerden heen. "Vader, houdt u goed, kus moeder en Gerrit van mij en bidt God of hij ons wil helpen", had ze gezegd.
Intussen houdt het granaatvuur in Oosterbeek onophoudelijk aan. "We zitten de hele dag zwijgend bij elkaar in een hoek van de schuilkelder. De granaten vliegen fluitend langs het huis. Elk moment kan het een treffer krijgen." Of zijn dochter veilig is aangekomen in het hospitaal weet hij niet.
Fiets
Nog maar een paar dagen geleden had Rijks samen met tientallen anderen juichend langs de kant van de weg gestaan om de tommy's te verwelkomen. "We drukten de soldaten de hand en de meisjes kusten hen ten teken van blijdschap. Overal liepen mensen in oranje. 't Is net of alles klaarlag."
Rijks kreeg zijn eerste Engelse sigaret en ze gaven de Britse soldaten melk en fruit. "Er kwam een Engelse soldaat op mij af die mij beleefd om mijn fiets vroeg. Ik gaf hem mijn fiets en anderen deden spontaan hetzelfde. Het was immers voor onze bevrijding!"
Maar naarmate het schieten heviger werd, trokken de mensen zich terug in hun huizen en verdwenen de vlaggen en oranje kleding. Wie zich nu nog naar buiten waagt, ziet dode lichamen op straat.
Plassen bloed
"Bij hotel Hartenstein zagen we doden liggen in grote plassen mensenbloed. Daar zagen we hoe een soldaat tegen een hek was neergestort na getroffen te zijn."
Rijks weet niet hoelang ze het nog vol zullen houden in hun schuilkelder. Overal proberen mensen een veilig heenkomen te zoeken. "Iedereen wil weg uit deze hel. Kinderen huilen en moeders met kinderen op hun arm kunnen haast niet meer. Telkens vallen ze neer en drukken zich tegen de grond om aan het granaatvuur te ontkomen."
"Het wordt nu donker. Wat zal deze nacht ons brengen?", vraagt Rijks zich af.