"Het is niets anders dan oranje, oranje, rood, wit, blauw en nog eens oranje", zegt een dolenthousiaste Eindhovenaar tegen oorlogscorrespondent Robert Kiek. Vandaag is de Brabantse stad bevrijd en de bevolking is in extase.

Eindhoven is de tweede grote stad die in handen van de geallieerden komt. Vier dagen geleden werd Maastricht bevrijd.

Bij de bevrijding zijn helaas ook slachtoffers gevallen. Correspondent Robert Kiek ging langs op het hoofdkwartier van de verzetsgroep in de stad:

Vanuit het noorden trokken vanmiddag de eerste Amerikanen de stad in. Het blijken soldaten van de Amerikaanse 101ste Luchtlandingsdivisie, die gisteren rondom Eindhoven zijn gedropt.

Dat leverde een bijzonder schouwspel op voor de 11-jarige Henk Moezelaar. Hij ging met zijn vader naar buiten om te kijken, toen ze aanhoudend vliegtuigen hoorden brommen.

"Ik dacht eerst dat er pakken uit de vliegtuigen gegooid werden", vertelt hij. Pas later had hij door dat het grote aantallen parachutisten waren. "Ik ging daarna gespannen naar bed; zouden we nu eindelijk bevrijd worden?"

Vandaag was het dus inderdaad zo ver. Nadat de Amerikaanse parachutisten Eindhoven waren binnengekomen, reden rond 17:30 uur de eerste geallieerde pantservoertuigen door de stad. Dit keer waren het Britse grondtroepen.

Ze wilden zo snel mogelijk door de stad heen om te proberen ook Nijmegen en Arnhem te bevrijden. Dat blijkt onmogelijk: door de uitzinnige menigte die hen opwacht gaat het allemaal maar langzaam.

Prins Bernhard geland

Het vier dagen geleden bevrijde Maastricht kreeg vandaag hoog bezoek: prins Bernhard landde er met een geallieerd verkenningsvliegtuig. Het was de eerste keer sinds mei 1940 dat een lid van het Koninklijk Huis Nederland bezoekt.

Omdat het bezoek pas kort van tevoren was aangekondigd, werd de prins bij landing slechts door de burgemeester en politieagenten opgewacht. Tegen de tijd dat hij het Vrijthof had bereikt, was daar echter al een mensenmassa samengestroomd, die zag hoe de prins enkele verzetsstrijders begroette.

Bernhard betuigde hun "voor hun onverpoosd en gevaarvol werk warme erkentelijkheid en diepgevoelde waardering", schrijft de net opgerichte Mededeelingen van den Nederlandschen Orde-dienst. Daarna bracht hij aan de menigte op het plein de groeten over van zijn vrouw Juliana en koningin Wilhelmina, "die hem ongetwijfeld dit bezoek onder deze omstandigheden zouden benijden".

Nadat zijn legerauto zich uit de menigte had weten te bevrijden, reed de prins langs met vlaggen versierde straten weer terug naar zijn vliegtuig. Met nog een laatste rondje boven de stad vloog hij toen weer terug naar zijn hoofdkwartier in België.