5600 mensen dood door ondergang Japans 'helleschip'
Bij het zinken van een Japans transportschip voor dwangarbeiders zijn ongeveer 5600 mensen omgekomen, onder wie zo'n 1000 Nederlandse krijgsgevangenen. De Junyo Maru werd voor de kust van Sumatra geraakt door Britse torpedo's.
Het schip was van Batavia op weg naar Sumatra, waar de opvarenden zouden worden ingezet bij de aanleg van een spoorlijn door de jungle. Aan boord waren zo'n 1100 Nederlanders, voornamelijk leden van de vroegere stadswacht van Batavia, KNIL-militairen en koopvaardijvaarders.
Ook waren er ongeveer 1100 krijgsgevangenen uit Groot-Brittannië, Australië en Amerika aan boord, en voeren nog ruim 4000 romoesja's mee, Indonesische dwangarbeiders.
Helleschip
Het schip werd na een reis van twee dagen geraakt door twee torpedo's, afgevuurd door een Britse onderzeeër. Mogelijk dacht de kapitein dat het om een Japans bevoorradingsschip ging: de kenmerkende rode kruizen voor transportschepen van krijgsgevangenen ontbraken op de Junyo Maru.
Dit soort schepen staan bekend als helleschepen, omdat er wel meer mis mee is. De opvarenden waren in het hete, overvolle ruim gestouwd, dat door de dysenterie van de vele gevangenen was vervuild. Toen de torpedo's insloegen hadden de mensen benedendeks weinig kans om te ontsnappen.
"Als trossen mieren hingen de mensen aan het schip, bij duizenden zijn ze in de zee gevallen", zegt overlevende Willem Punt over het in tweeën breken van de Junyo Maru. "Overal hoorde je mensen om hulp roepen en om hun moeder schreeuwen."
Door naar de spoorweg
Het dodental van de ramp is het hoogste ooit bij een scheepsramp, vier keer meer dan de Titanic. Vooral onder de romoesja's vielen veel slachtoffers: doordat bijna geen van hen kon zwemmen, zijn er misschien tweehonderd gered.
Punt zelf overleefde door zich aan een baal sisal vast te klampen en een vlot te bereiken. Hij werd opgepikt door een Japanse reddingsboot. Hij zal alsnog naar Sumatra worden gezonden om als krijgsgevangene bij de spoorlijn ingezet te worden.