Breskens is in diepe rouw. Vandaag lieten zo'n tweehonderd burgers het leven, toen de geallieerden de haven wilden bombarderen en hierbij grotendeels hun doel misten. Het bombardement moest de terugtrekkende Duitsers tegenhouden: veel soldaten wachtten in Breskens op de boot om naar Walcheren over te steken.

Het bombardement begon rond 15.30 uur. Voor de bewoners van Breskens was het een totale verrassing: de waarschuwingsbiljetten die de Britten hadden afgeworpen waren nooit op Nederlandse bodem terechtgekomen.

Toen de eerste 36 bommenwerpers van de Britse Royal Air Force (RAF) aan kwamen vliegen, ontstond niet direct paniek onder de dorpsbewoners. Zij waren in de veronderstelling dat die door zouden vliegen naar Vlissingen, om zich daar pas van hun lading te ontdoen.

Het doelwit was echter het dorp met 3300 inwoners. Kort na de eerste vernietigende lading, liet een tweede groep van 36 Britse vliegtuigen hun bommen vallen. De haveninstallaties werden weliswaar geraakt, maar de huizen in het dorp kregen de volle lading.

Mijnheer Van Oostenbrugge, inwoner van Breskens, overleefde het bombardement. "Je keek achter je en als je een bom zag, moest je snel gaan liggen", vertelt hij. "Toen ik 's avonds thuiskwam, vroeg mijn vader of ik wat wilde eten. Maar ik kon niet eten. Ik heb nog nooit zoiets gezien, armen en benen lagen er bij een heleboel mensen af."

Ruim vijfhonderd gebouwen zijn volkomen verwoest. Naast de tweehonderd burgers kwamen er ook een kleine honderd Duitsers om het leven.