Nu de geallieerden steeds verder oprukken door Noord-Frankrijk en België, versterken terugtrekkende Duitsers hun posities op de Zeeuwse eilanden. Vanuit Zeeuws-Vlaanderen trekken ze zich samen op de bovenliggende eilanden Walcheren en Zuid-Beveland.

De Duitse militairen die in Walcheren aankomen moeten via de Sloedam naar Zuid-Beveland, van waaruit ze vrij baan hebben naar Noord-Brabant. Brabant wordt door de bezetter gezien als een veilige plek om te hergroeperen.

"Het is vandaag een belangrijke dag, nu ook Oostende in geallieerde handen is", vindt de Zeeuw Kees Bierens. De Duitsers vechten daar met alle kracht die ze hebben, zodat de belangrijkste strijdkrachten in dit gebied nog de gelegenheid krijgen via de Schelde te ontkomen aan de geallieerden.

Gevolg: verkeersopstoppingen bij de Scheldeveren naar Walcheren en Zuid-Beveland. "Dat betekent dat er zware luchtaanvallen zullen zijn op de veerboten, aanlegsteigers en alles daaromheen", waarschuwde de illegale krant De Vrije Scheldestroom al. "Ook betekent dit (bij goed weer) intense luchtaanvallen op en beschieting van al het verkeer op de wegen."

Die voorspelling kwam uit. Het "gevlieg en geschiet" is Bierens, die uit het dorp 's-Heerenhoek in Zuid-Beveland komt, niet ontgaan. "Amerikaanse Thunderbolts -gevechtsvliegtuigen- beschoten auto's, kanonnen en dergelijke op de Rijksweg gedurende een vrij lange tijd", vertelt hij. "Ze vlogen achter elkaar, doken, schoten, en trokken dan weer op."