36.000 verslagen Duitsers door Kiev gedreven
De Sovjet-Unie heeft vandaag massaal Duitse krijgsgevangenen door het centrum Kiev laten marcheren. 36.000 militairen die gevangen werden genomen bij het offensief tegen de nazi's werden op weg naar gevangenkampen gadegeslagen door zo'n 150.000 burgers.
De militairen werden beschimpt en uitgescholden door de mensenmassa. "Beesten" en "Dood aan Hitler" werd er geschreeuwd, of "Schaam je moordenaars" en "Schiet ze allemaal dood". Toch wist de menigte zijn woede in bedwang te houden: op wat kleine opstootjes na werden de verslagen vijanden niet fysiek mishandeld.
Het is de tweede keer in korte tijd dat het Rode Leger overwonnen Duitsers voor een propagandaoptocht inzet. Op 17 juli marcheerden er al 57.000 Duitsers door de straten van Moskou. Die stoet werd geleid door negentien gevangengenomen generaals.
Bij beide parades werden de straten na afloop schoongespoten met waterspuiten.
Terwijl de westerse geallieerden pas twee weken geleden uit Normandië konden wegkomen, zijn de Sovjettroepen al sinds eind juni aan een opmars in het oosten bezig: Operatie Bagration, vernoemd naar een Russische prins die streed tegen Napoleons invasie van zijn land. Door druk te zetten aan het oostfront kan Hitler geen versterkingen naar de landingszones in Frankrijk sturen, was het idee van Stalin, Roosevelt en Churchill.
Zoals blijkt uit de enorme aantallen krijgsgevangen verlopen de Russische aanvallen zeer voorspoedig. In ruim een maand is het front 400 kilometer opgeschoven: de Duitsers zijn al verdreven uit Minsk en Vilnius, Sovjettroepen staan in de buitenwijken van Warschau.
In de Poolse hoofdstad is het verzet in opstand gekomen tegen de Duitse bezetter, maar om onduidelijke reden heeft Stalin nog niet besloten daar militaire bijstand aan te verlenen.
'Geen stap terug'
De Sovjetdictator heeft lang bij zijn bondgenoten aangedrongen op een tweede front in Europa: de "Grote Vaderlandse Oorlog" duurt voor de Sovjetburgers als sinds 1941, toen nazi-Duitsland een niet-aanvalsverdrag schond.
Het land wist weerstand te bieden door Amerikaans-Britse militaire steun, de enorme reserves in het oosten van het land en de meedogenloze houding van de leider: onder zijn Order 227 mochten militairen "geen stap terug" zetten; dienstweigeraars werden doodgeschoten.