NOS SportAangepast

Barre tijden voor het badminton

Eefje Muskens en Selena Piek zorgden gisteren weer eens voor Nederlands badminton-succes. Ze wonnen op het Dutch Open in Almere het vrouwendubbel.

Maar het verbloemt de malaise waarin de badmintonsport zich al jaren bevindt; te weinig leden, al jaren te weinig succes, te weinig helden, te weinig media-aandacht, te weinig geld en sponsors. De badmintonsport in ons land heeft van alles eigenlijk te weinig.

Barre tijden dus. Niet voor niks is er komend weekend een minicongres. Belangrijkste thema is daar: hoe maken we het badminton weer aantrekkelijk voor sponsors, media én kinderen?

Minder leden

"Als we niks doen, zijn we figuurlijk gezien ten dode opgeschreven", durft Clemens Wortel, voorzitter van Badminton Nederland, wel te zeggen. Het aantal leden gaat met een sneltreinvaart de verkeerde kant op: begin van deze eeuw nog ruim 100.000, nu zo'n 45.000. Meer dan een halvering dus.

Over de oorzaken is Wortel duidelijk: "Het verenigingsleven is natuurlijk heel erg veranderd. Daar hebben niet alleen wij last van trouwens. Mensen zijn consument geworden, meer berekenend. Je kunt per week een paar keer naar de sportschool. Je doet je oefeningen daar en klaar is Kees. Als je lid wordt van een vereniging, moet je ook bardiensten draaien, kinderen naar uitwedstrijden rijden. Word je misschien gevraagd voor een bestuursfunctie. Dat kost dus veel meer tijd."

Geen Epke

Bovendien ontbreekt het de badmintonsport momenteel aan een icoon. De naam van Mia Audina - won in 2004 zilver op de Olympische Spelen - wordt met veel respect uitgesproken. "Kinderen die toen voor de keuze stonden 'welke sport ga ik doen', zagen haar en wilden dat ook. Zo'n magneet hebben we nu niet."

"Alle binnensporten - volleybal, handbal, badminton en turnen - vissen in dezelfde vijver. Nu is Epke Zonderland natuurlijk een hype", aldus Wortel. De turnbond verwacht inderdaad voor het eerst in tien jaar weer een groeiend aantal leden in 2014: vooral dankzij wereldkampioen Epke.

Verre Oosten

Op de badminton-conferentie van komend weekend wordt gebrainstormd over nieuwe kansen en oplossingen. Bijvoorbeeld door van de eredivisie weer een paradepaardje te maken, dat veel aandacht trekt van media, sponsors en potentiële leden.

"We willen ook meer met het buitenland gaan doen", zegt Wortel. "Goede buitenlandse spelers naar hier halen, of dat onze eredivisiespelers voor een toernooi naar het Verre Oosten kunnen. Om onze weerbaarheid te vergroten, moeten we natuurlijk veel wedstrijden spelen in Azië."

Sponsors

"Maar ik denk ook aan buitenlandse sponsors. Ik ben, samen met de Chinese ambassade, druk bezig om een grote sponsor zo geïnteresseerd te krijgen voor badminton in Nederland, dat we daar ook een langdurige relatie mee ontwikkelen."

Want dat betekent weer meer geld, en geld is ook nodig om ervoor te zorgen dat badminton een populaire sport wordt op scholen. Want dáár ligt de basis voor nieuw succes.

"Wat ik liever heb, een Olympische badminton-medaille in Rio de Janeiro over twee jaar of 70.000 leden? Dat is een gewetensvraag", aldus Wortel. "Een medaille is natuurlijk mooi, maar nog liever heb ik een stabiel aantal leden; 50.000 bijvoorbeeld. Van mij hoeft dat niet, dan weer een piek van 70.000 en een paar jaar later weer 40.000. Op hypes kun je geen beleid maken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl