Zender redding voor vliegend hert?

Door verslaggever John Sarbach

Natuurmonumenten is een actie gestart om het vliegend hert voor uitsterven te behoeden. De bijzondere kevers worden vanaf nu gevolgd met een zendertje. Onderzoekers hopen zo meer te weten te komen over het beestje en een plan van aanpak te kunnen ontwikkelen om het te redden.

"Met klamboes proberen we ze te vangen en daarna plaatsen we een zender op de insecten", vertelt Bart van der Aa van Natuurmonumenten. "Zo'n zender gaat twintig dagen mee en in die tijd kunnen we de vliegend herten volgen."

Info verzamelen

Met een antenne speuren medewerkers vervolgens naar de kever. "De kever krijgt een nummer, dat gelijk staat met een frequentie. Met een grote antenne, die lijkt op een ouderwetse tv-antenne, speur ik de randen van het bos af", zegt Van der Aa. "Als ik de kever heb gevonden, noteer ik dat. We zijn vooral benieuwd wat ze doen: hoe lang ze vliegen, waar ze rusten, waar ze paren. Zo kunnen we maatregelen nemen om het vliegend hert van de ondergang te redden."

Het vliegend hert komt in Nederland nog maar op enkele plekken voor. "We doen dit omdat de kever een zeldzame soort is die wij graag willen behouden", zegt René Krekels van ecologisch adviesbureau Natuurbalans, dat samenwerkt met Natuurmonumenten. "Bovendien leren we ook iets over de staat van de bossen in Nederland. Vliegende herten leven alleen in oude bossen. Die zijn heel voedzaam voor allerlei insecten."

Een bijzondere kever

Het vliegend hert vliegt vooral 's avonds, tussen 21.00 en 23.00 uur. Hun larven leven van oud hout dat onder de grond ligt. De larven leven daar vier tot zes jaar. Daarna komen ze uit, gaan ze naar het aardoppervlak en vliegen ze 3 tot 5 weken rond. In die tijd moeten ze een vrouwtje vinden, paren en eitjes leggen.

Over het bijzondere insect is nog veel onduidelijk. Natuurmonumenten weet dat er ongeveer vijf leefgebieden zijn, maar hoe de vliegende herten zich bewegen en hoe ze paren, is onbekend.

Het onderzoek van Natuurmonumenten moet uiterlijk in november klaar zijn. De stichting wil daarna een plan maken voor het ontwikkelen van meer leefgebieden voor de insecten.