Gepantserd naar het ziekenhuis

Hij weegt 35 ton, is 8 meter lang en heeft een topsnelheid van ruim 100 kilometer per uur: de Boxer, de nieuwe ambulance van het Nederlandse leger.

Vandaag worden de eerste drie exemplaren van deze zwaar gepantserde voertuigen overhandigd aan de 13e geneeskundige compagnie op de legerbasis in Oirschot. De landmacht krijgt de komende jaren in totaal tweehonderd stuks van het pantservoertuig.

Totale kosten van de ontwikkeling en de aanschaf zijn begroot op ruim 800 miljoen euro.

Vijf varianten

In totaal komen er vijf varianten van de Boxer. Naast ambulance en commandopost wordt het voertuig ook ingezet voor geniewerk, bevoorrading en opleidingen.

Het onderstel is voor alle Boxers gelijk. Omdat het voertuig in de toekomst niet alleen als ambulance, maar ook als rijdende commandopost kan worden gebruikt, bestaat het bovenstel uit een losse module die kan worden aangepast.

Vertraging

Het gevaarte is de afgelopen jaren samen met Duitsland ontwikkeld. Dat heeft langer geduurd dan gedacht. Tijdens de ontwikkeling bleek dat de industrie meer tijd nodig had om de Boxer te maken.

Door de vertraging hebben de eenheden langer met het huidige materieel moeten werken, dat de afgelopen veertig jaar dienst deed.