Collega sprak pater kort voor dood

Ruim dertig jaar hadden Jan Stuyt en de in Syrië vermoorde pater Frans van der Lugt elkaar niet gesproken. Maar vorige week hadden de twee toevallig contact.

Stuyt, secretaris van de Nederlands-Vlaamse provincie van de jezuïetenorde, belde met Van der Lugt. "Er was een Syrische jezuïet bij ons op bezoek. Die had een telefoonnummer. Meestal kom je er niet doorheen, maar die dag ging het meteen", zegt Stuyt.

Hoe ging het met hem?

"Frans bleek een beetje doof te zijn dus het was nogal lastig communiceren. Hij dacht dat het einde van het geweld in het omsingelde Homs in zicht was. Later deze maand wilde hij naar een ander deel van Syrië gaan, onder meer om zijn verblijfsvergunning te verlengen. Maar dat hoeft dus niet meer."

Waarom bleef hij in Homs?

"Om zowel bij Arabische christenen als moslims te zijn. Zijn klooster was een voorbeeld van een goede interreligieuze samenleving. Twee jaar geleden vierden ze samen Palmpasen. De moslims hebben de kerk schoongemaakt en de imam heeft met ze gebeden."

Van wie heeft u gehoord dat hij is vermoord?

"Van collega's in Libanon. De verbindingen met Syrië zijn buitengewoon onbetrouwbaar. Vanmorgen kreeg ik om 11.45 uur het bericht van de jezuïeten in Beiroet dat pater Frans die ochtend om 08.00 uur was vermoord. Ik weet niet hoe zij het gehoord hebben."

Wat is er gebeurd?

"Overvallers hebben hem gedwongen het huis te verlaten. Ze gooiden hem tegen de grond en schoten hem voor zijn huis twee kogels door zijn hoofd."

Hij dacht dat het einde van het geweld in zicht was. Waarom is hij opeens gedood?

"Het is een politieke moord, maar we weten niet wie het gedaan heeft. Er zijn nogal wat mensen die er belang bij hebben. Die zagen hem als iemand die in de weg liep. Frans zat in Homs in een kleine kern die omsingeld was. Hij beschermde de kern door zijn aanwezigheid. Sommige mensen wilden dat hij zich uitsprak tegen het regime, maar dat heeft hij nooit gedaan."