VS zocht Libische terrorist al jaren

Met de arrestatie in Libië van Nazih Abdul-Hamed al-Ruqai hebben de Amerikaanse commandotroepen een grote vangst gedaan. De FBI zocht hem al jaren, omdat hij betrokken zou zijn geweest bij de bomaanslagen in 1998 op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania. Die kostten aan meer dan 200 mensen het leven.

Volgens zijn broer Nabih keerde de 49-jaar oude al-Ruqai net naar huis terug van een bezoek aan de moskee in Tripoli, toen zijn auto op een parkeerplaats door drie auto's werd omringd. Al-Ruqais vrouw zag het vanachter een raam gebeuren.

Een van de commando's sloeg een ruit kapot en greep al-Rugai's wapen voordat hij dat zelf kon doen. Vermoedelijk is hij daarna uit de auto gesleurd en meegenomen.

Computerspecialist

Al-Ruqai, die ook Anas al-Libi wordt genoemd, stond sinds 2001 op een lijst van de FBI van meest gezochte terroristen, met een prijs van 5 miljoen dollar op zijn hoofd. Hij wordt onder meer verdacht van moord op Amerikaanse burgers en de vernietiging van Amerikaanse gebouwen en eigendommen.

Al-Ruqai was een computerspecialist. Hij studeerde elektronica en nucleaire techniek in Tripoli. Vermoedelijk bevond hij zich begin jaren negentig in Sudan, waar destijds het hoofdkwartier van al-Qaida was gevestigd.

Politiek asiel

Toen al-Qaida en Osama bin Laden Sudan moesten verlaten, vertrok al-Ruqai naar Groot-Brittannië. Hij kreeg in 1995 politiek asiel en ging met zijn familie in Manchester wonen. Vier jaar later werd hij opgepakt, maar wegens gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. Kort daarna vertrok hij met onbekende bestemming.

Zijn familie keerde in 2011, kort voor de opstand tegen kolonel Kadhafi, terug naar Libië. Al-Ruqai's zoon zou bij de opstand tegen Kadhafi zijn gesneuveld.