Verbazing over terugroepen vlees
De Consumentenbond is verbaasd over de termijn die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geeft aan ruim 130 afnemers van verdacht rundvlees. De vleesverwerkers krijgen 14 dagen de tijd om uit te zoeken waar rundvlees van groothandel Selten is terechtgekomen.
Volgens de Consumentenbond is in Europese regelgeving vastgelegd dat een vleesleverancier binnen 4 uur moet kunnen aangeven wat de herkomst van het vlees is en aan wie het is verkocht. De bond wil hierover morgenochtend in gesprek met de NVWA.
Kant-en-klaarmaaltijden?
De autoriteit maakte vanmiddag bekend dat 50 miljoen kilo verdacht rundvlees bij Nederlandse vleesverwerkers is terechtgekomen. Dat is gebeurd tussen januari 2011 en januari van dit jaar. Zodra de vleesverwerkers weten waar hun producten worden verkocht, moet het daar uit de schappen worden gehaald.
Het is nog altijd onduidelijk in welke producten het verdachte rundvlees zit. Volgens de NVWA gaat het bijvoorbeeld om kant-en-klaarmaaltijden. "Er zijn geen aanwijzingen dat er een gevaar is voor de volksgezondheid", schrijft de NVWA in een persbericht.
Communicatie
De Consumentenbond is kritisch over de communicatie van de NVWA. Volgens de bond moet de autoriteit toelichten waarom ze ervan uitgaan dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid om zo onrust onder consumenten weg te nemen.
"We zien dat er geen namen van supermarkten worden genoemd, om welke producten het gaat", zegt een woordvoerder van de Consumentenbond. "Er is gewoon nog heel veel onduidelijkheid." De bond wil met staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) en met de NVWA spreken over de communicatie.
'Niet op orde'
Benno Bruggink van de NVWA zegt in een reactie dat er "geen redenen zijn om aan te nemen dat er nu acuut gevaar voor de volksgezondheid is". Het gaat erom dat het betreffende bedrijf de administratie "niet op orde" heeft.
Als vlees niet te herleiden is, kan de NVWA geen garanties geven, aldus Bruggink. De termijn van 4 uur ligt volgens hem niet in Europese Regelgeving vast. Daarin staat "onmiddellijk", waarvan partijen de gewoonte hebben gemaakt binnen 4 uur. "Maar dat geldt alleen bij situaties waar acuut gevaar voor de volksgezondheid dreigt. Er zijn nu geen aanwijzingen die in die richting leiden", aldus Bruggink.