Israël legt beslag op Palestijns geld

Israël neemt Palestijns belastinggeld in beslag dat is ingehouden op salarissen van Palestijnse werknemers en inkomsten van Palestijnse bedrijven. Daarbij zijn ook de opbrengsten van invoerrechten die Israël heft op goederen die zijn bestemd voor de Palestijnse gebieden.

Het gaat in totaal om ruim 90 miljoen euro. Het Palestijnse geld wordt volgens Israël gebruikt om schulden in te lossen aan Israëlische bedrijven.

Status

De maatregel is een nieuwe reactie van Israël op de hogere Palestijnse status in de Verenigde Naties. Vorige week hebben de VN-leden in meerderheid Palestina de status toegekend van een 'staat die geen lid is'. De Palestijnen krijgen daarmee een waarnemers-status bij de VN.

Israël reageerde eerder op de verhoging van de Palestijnse status met de aankondiging dat er 3000 nieuwe huizen worden gebouwd in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever. Dat is in het hart van het gebied dat de Palestijnen willen hebben voor hun toekomstige staat.

Het belastinggeld dat Israël in beslag heeft genomen, wordt onder meer gebruikt om een Palestijnse schuld aan het Israëlische elektriciteitsbedrijf af te betalen. De totale schuld zou zo'n 180 miljoen euro zijn. Deze maand moet de helft van dat bedrag worden overgemaakt, zegt de Israëlische regering.

Oslo-akkoorden

Dat Israël beslag kan leggen op Palestijns belastinggeld heeft te maken met een afspraak uit de Oslo-akkoorden. Die akkoorden tussen Israël en de Palestijnen zijn in 1993 gesloten. Daarbij is een ingewikkeld belastingsysteem vastgelegd tussen de twee landen.

Israël bevriest vaker de overdracht van de belastinggelden als strafmaatregel. Dat gebeurde vorig jaar nog, toen de politieke Fatah-beweging van president Abbas een akkoord sloot met de radicale, islamitische Hamas in de Gazastrook.