Petraeus: vertrek niet om Benghazi

De afgetreden CIA-directeur David Petraeus is in het Amerikaanse Congres achter gesloten deuren ondervraagd over de aanval op het Amerikaanse consulaat in de Libische stad Benghazi in september.

Hij zei dat informatie van de CIA al snel had aangetoond dat er terroristen zaten achter die aanval, waarbij de ambassadeur omkwam.

De regering had dat aspect eerst verzwegen om de betrokken terroristen niet te laten weten dat de Amerikanen hen op het spoor waren, zei Petraeus.

Affaire

Het was Petraeus' eerste optreden sinds zijn vertrek wegens de buitenechtelijke affaire met zijn biografe Paula Broadwell. De affaire kwam niet ter sprake, maar volgens Congresleden zei Petraeus wel dat hij de omstandigheden die tot zijn vertrek hebben geleid, betreurt. Ook zei hij dat de zaak-Benghazi niets met zijn aftreden te maken had.

Na de aanval op het consulaat was het niet meteen duidelijk of de terroristen zich schuil hadden gehouden onder een groep demonstranten bij het consulaat. Petraeus sprak tegen dat de eerste verklaring over de aanval om politieke redenen was aangepast, ter wille van de campagne van president Obama.

Gebrekkig

De beveiliging op het consulaat was volgens Petraeus zo gebrekkig dat de terroristen bijna ongehinderd toegang hadden tot het gebouw, dat ze in brand staken.

Ambassadeur Stevens en drie andere diplomaten kwamen door rookvergiftiging om het leven.