NOS NieuwsAangepast

'Eigenlijk was ik een kindsoldaat'

Door verslaggever Roel Pauw

De deur van de bescheiden seniorenwoning zwaait open en meteen sta je oog in oog met de hobby, zeg maar gerust de passie, van Arend Pottjegort: onderzeebootjager Hr. Ms. Friesland. Hier op schaal nagebouwd, maar toch altijd nog altijd meer dan een meter lang.

Aan boord van de Friesland begon vijftig jaar geleden een avontuur dat hem nu nog steeds dagelijks bezighoudt. Als 17-jarige koksjongen werd hij uitgezonden naar de oorlog in in Nieuw-Guinea. "Eigenlijk was ik een kindsoldaat", lacht hij nu.

Pottjegort schrijft een boek over de maanden dat hij betrokken was bij de laatste koloniale oorlog van Nederland. "Het begon met een foutje op Wikipedia: daar stond dat Nederland zijn laatste zeeslag heeft geleverd bij Vlakke Hoek, aan de zuidkant van Nederlands-Nieuw-Guinea. Dat klopt niet, want de laatste schermutselingen waren rond het eiland Misool."

Foutje

Pottjegort werd door Wikipedia uitgenodigd om de online encyclopedie op dit punt te corrigeren, maar het liep allemaal een beetje uit de hand: het wordt nu een compleet boek. Dat moet dit jaar nog verschijnen, want in augustus is het precies 50 jaar geleden dat Nederland zijn laatste kolonie onder internationale druk moest afstaan.

Patrouilles

In februari 62 was Pottjegort als kok der derde klasse in Den Helder aan boord gegaan van de Friesland en vanaf april was hij betrokken bij patrouilles in de wateren rond Nieuw-Guinea. Doel was: verhinderen dat infiltranten van het Indonesische leger aan wal zouden komen.

President Soekarno had zijn zinnen gezet op Irian Barat, zoals de Indonesiërs het noemden. Maar de Nederlandse regering was vast besloten de integriteit van Nieuw-Guinea te beschermen en zijn bevolking, de Papoea's, te steunen in haar streven naar zelfbestuur. De Indonesische landingspogingen, zowel over zee als uit de lucht, werden steeds intensiever en in augustus dreigde een regelrechte invasie.

Tijdens gewapende confrontaties had Pottjegort net als de 240 andere bemanningsleden een oorlogstaak en moest hij de kombuis even laten voor wat hij was. Dan stond hij bij een van de 40 mm boordkanonnen munitie te laden.

Onoverwinnelijk

Bang was hij nooit. "Ik vertrouwde op het schip. Op de commandant en op de bemanning. Ik waande me onoverwinnelijk." Bij de diverse acties die de Friesland uitvoerde zijn drenkelingen opgevist, infiltranten verjaagd of krijgsgevangen gemaakt, is een motortorpedoboot uitgeschakeld en bij het allerlaatste gewapende treffen zijn er zo'n 250 12-centimeter-granaten afgevuurd.

Alles is terug te vinden in het omvangrijke archief dat Pottjegort in de loop van de jaren heeft opgebouwd. Scheepsjournaals, stafkaarten, een biografie over Joseph Luns, telegrammen; hij heeft zo'n beetje alles wat er ooit over Nederlands-Nieuw-Guinea is vastgelegd. Nu is hij bezig dit allemaal te ordenen in wat hij een documentair verslag noemt. Maar je zult er ook hier en daar wat persoonlijke elementjes in tegenkomen. Per slot van rekening is hij erbij geweest.

Onderscheiden

Pottjegort ging als jonge jongen aan boord van de Friesland, maar toen hij driekwart jaar later in Nederland terugkeerde was hij geen kind meer. "Ik had een rondje om de wereld gemaakt, ik had in een oorlog gevochten. Bij thuiskomst werd ik onderscheiden, terwijl mijn leeftijdgenoten nooit verder waren gekomen dan een dagje Artis of de Efteling."

Ook na 50 jaar beginnen zijn ogen te glimmen als hij het vertelt, maar over de afloop van zijn avontuur in de Oost is hij wat minder opgetogen. "Toen ik hoorde van het staakt-het-vuren en het plan om Nieuw-Guinea over te dragen aan de VN, had ik wel meteen in de gaten wie de dupe zouden worden van dit akkoord tussen Nederland en Indonesië. Dat waren de Papoea's. Die hebben we natuurlijk gruwelijk in de steek gelaten. Dat had ik indertijd als jongen van 17 jaar oud al heel goed in de gaten. Dat was heel triest."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl