Pensioenfonds in de metaal neemt maatregelen
Werknemers in de metaal krijgen volgend jaar minder pensioen voor hun premie. Ook gaat de premie omhoog.
Die verhoging komt op de schouders van de werkgevers. Daarnaast zijn de reserves van pensioenfonds PME onvoldoende om de pensioenen volgend jaar te indexeren.
De dekkingsgraad van het fonds stond eind november op 87,4, ruim onder het wettelijk minimum van 105. Maar ook onder het niveau dat het fonds volgens het herstelplan zou moeten hebben. Als dat zo blijft zal het fonds moeten besluiten om de pensioenen te korten. Dat besluit wordt genomen op basis van de cijfers van 31 december.
Premie omhoog
Het pensioenfonds, waar 700.000 werknemers bij zijn aangesloten, zou volgens de wet vanaf volgend jaar een kostendekkende premie moeten vragen. Maar volgens het fonds zou de premie dan met vijf procent omhoog moeten. Dat zou volgens sociale partners leiden tot een "onverantwoorde" kostenstijging.
Daarom gaat de premie volgend jaar omhoog met twee procent, maar een deel van de financiering wordt gehaald uit al bestaande potjes. De werknemers merken daar niets van.
Langer doorsparen
Daarnaast wordt volgend jaar de opbouw verlaagd van 2,2 procent naar 2 procent. Dat betekent dat mensen langer moeten doorsparen om aan dezelfde uitkering te komen. De verlaging geldt nu voor één jaar. Alleen wanneer hij wordt verlengd, betekent het dat mensen echt maanden langer moeten doorwerken.
FNV Bondgenoten, dat een sterke stem heeft in het bestuur van PME heeft zich steeds verzet tegen langer werken. Eerder besloot Pensioenfonds Zorg en Welzijn al tot een soortgelijke maatregel.
Het pensioenfonds zegt zo een "goed evenwicht" te hebben gevonden in de verdeling van de lasten. "Werknemers zien zich geconfronteerd met een lagere pensioenopbouw en werkgevers dragen het grootste deel van de premiestijging."