Woontop over terugdringen woningnood is 'topprioriteit van kabinet'
Naar eigen zeggen is het terugdringen van de woningnood een topprioriteit van het kabinet. 100.000 woningen moeten er jaarlijks bijkomen, waarvan twee derde 'betaalbaar'. Om dat streven dichterbij te brengen, houdt minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vandaag een woontop.
Ze hoopt daar met allerlei partijen uit de bouw- en woonwereld afspraken te maken om "sneller en met minder regels" woningen te bouwen. Om het belang te onderstrepen is ook premier Schoof erbij.
Vorig jaar kwamen er zo'n 88.000 woningen bij. Dat zijn niet alleen nieuwbouwwoningen (zo'n 73.000), maar ook woningen die erbij kwamen door bijvoorbeeld de splitsing van grote huizen of het ombouwen van kantoorpanden (zo'n 15.000).
Werk aan de winkel
Maar dat zijn er dus lang geen 100.000. En de verwachting is dat het er dit en komend jaar eerder minder dan meer worden. Want de afgelopen jaren daalde het aantal aantal afgegeven bouwvergunningen. En in de eerste helft van dit jaar werden er bijna 4 procent minder nieuwbouwwoningen gebouwd dan vorig jaar.
Er is dus werk aan de winkel. De vraag is wel hoe concreet de afspraken zullen zijn, of dat er toch vooral veel intentieverklaringen worden ondertekend. En dat alle partijen "uitstralen" dat ze vooral hun best gaan doen om zoveel mogelijk te bouwen. Er is in ieder geval tot gisteren nog onderhandeld.
Geld
Een van de netelige onderwerpen is het geld dat het kabinet beschikbaar stelt. Eerder dit jaar organiseerden belangenclubs van onder meer bouwbedrijven, corporaties en gemeenten al een eigen woontop. Hun verhaal was toen dat er jaarlijks 3 tot 5 miljard euro aan steun van het kabinet nodig is om 100.000 woningen per jaar te halen.
Het kabinet wil namelijk dat twee derde van de nieuwe woningen betaalbaar is. Het kabinet noemt koopwoningen betaalbaar als ze maximaal 390.000 euro kosten en huurwoningen als de huur maximaal 1158 euro is. Die bedragen worden ieder jaar aangepast.
Maar omdat zulke woningen minder geld opleveren, zou overheidssteun nodig zijn. Op Prinsjesdag bleek echter dat het kabinet minder dan dit gewenste bedrag reserveert, namelijk vijf jaar lang 1 miljard euro per jaar voor betaalbare woningen en eenmalig 2,5 miljard euro voor infrastructuur rond nieuwe woningen.
Partijen zeggen ook nu dat de bouw van 100.000 woningen per jaar daardoor moeilijk kan worden. "We begrijpen de politieke wens van twee derde 'betaalbaar'", zegt een woordvoerder van Bouwend Nederland. "Maar in de optelsom van alle vereisten moet het kostenplaatje ook kloppen. Als de business case niet te maken is, dan worden er geen huizen gebouwd. Bouwbedrijven zijn geen liefdadigheidsinstellingen."
En volgens het Financieele Dagblad ruziet het Rijk nog met gemeenten over hoeveel geld die kunnen bijdragen aan woningbouw. Keijzer zou willen dat gemeenten bij woningbouwplannen met een financieringstekort 50 procent van dat tekort voor hun rekening nemen. Gemeenten zeggen dat ze daar het geld niet voor hebben.
Overbodige regels schrappen
Een ander punt waar partijen vaak op hameren is dat het makkelijker moet worden om te bouwen. Bouwbedrijven en projectontwikkelaars hopen dat het kabinet bijvoorbeeld regels vereenvoudigt. "Zorg ervoor dat gemeenten bij de bouw van woningen geen specifieke eisen mogen stellen bovenop wat het Rijk eist, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid", zegt Bouwend Nederland. "Hetzelfde geldt voor extra landelijke eisen bovenop Europees beleid. Ook moet de looptijd van bezwaarprocedures korter."
Bouwend Nederland, WoningbouwersNL en Neprom (projectontwikkelaars) zijn in principe positief over het streven van minister Keijzer om "overbodige regels" te schrappen, onder de noemer STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Regelgeving).
Nestkastjes
Maar over een van de eerste maatregelen waren ze minder gelukkig. Keijzer besloot onlangs dat er toch geen verplichting komt voor nestkastjes voor vogels en vleermuizen in nieuwbouwwoningen.
Partijen die meedoen aan de woontop vrezen dat gemeenten nu zelf eisen gaan stellen. "Als er geen gestandaardiseerde regelgeving rond nestvoorzieningen komt, hebben we te maken met maximaal 342 gemeenten die elk hun eigen regels, aantallen en afmetingen voorschrijven."
Aan het eind van de middag moet duidelijk worden welke afspraken er gemaakt zijn op de woontop. En pas over een paar jaar zal blijken wat ervan terecht is gekomen, want huizen bouwen is een proces van lange adem.