Noorse schaatsers moeten zelf betalen voor wereldbekers: '2.000 euro per weekend'
Wie naar de uitslagen van de eerste internationale wedstrijden van het nieuwe schaatsseizoen kijkt, kan concluderen dat het op sportief vlak prima gaat met het Noorse schaatsen.
Ragne Wiklund maakte vorige week in Obihiro indruk op de 3.000 meter met een baanrecord, de mannen wonnen de ploegenachtervolging en talent Sander Eitrem haalde al twee bronzen plakken op de vijf kilometer.
Maar op financieel gebied zit het Noorse schaatsen in zwaar weer. De bond moet besparen en doet dat door een eigen bijdrage te vragen aan de schaatsers die de wereldbekers in de B-groep rijden. Het gaat dan niet om toppers als Wiklund en Eitrem, maar wel om (jonge) schaatsers die de aansluiting met de top proberen te vinden.
Beste manier?
Bondscoach Bjarne Rykkje plaatst zijn vraagtekens bij die bezuinigingsmaatregel. "Je kunt je afvragen of dat de beste manier is om geld te besparen", aldus de in het Noorse Bergen geboren oud-schaatser, die een Noorse vader en een Nederlandse moeder heeft.
Bekijk de reportage vanuit Peking:
Door de maatregel van de bond moest Sigurd Henriksen, een van de grootste Noorse talenten, vorige week betalen om te kunnen starten in Obihiro. "2.000 euro voor een weekend. Dat is behoorlijk veel. Maar ik vond het belangrijk voor het verloop van het seizoen om mee te doen, dus ik heb het betaald...", aldus de 19-jarige specialist op de lange afstand.
Met de pet rond
Toch was dat niet zo vanzelfsprekend. Henriksen, houder van het wereldrecord voor junioren op de 5.000 en 10.000 meter, verdient namelijk helemaal geen geld met schaatsen. Hij moest dus met de pet rond. Dankzij een bijdrage van zijn schaatsclub kon hij de reis naar Azië toch maken.
Gelukkig voor Henriksen won hij in Japan de 5.000 meter, waardoor hij promoveerde en in Peking wel in de A-groep mee mocht doen. Daarin werd hij zaterdag dertiende, net achter het Nederlandse talent Jesse Speijers.
Volgens Sverre Lunde Pedersen, lid van de achtervolgingsploeg die in 2018 en 2022 olympisch goud veroverde, is het geen nieuws dat de Noorse bond weinig geld heeft.
"Dat is al heel lang zo. Maar dit jaar is het nog wat minder dan anders", aldus het ervaren boegbeeld. "Het is triest dat je moet betalen om voor Noorwegen uit te komen in de wereldbeker."
Bondscoach Rykkje merkte ook dat de financiële druk iets deed met zijn schaatsers in de voorbereiding. "Ik denk wel dat het invloed heeft gehad op selectiewedstrijden, zeker op de sfeer in de groep. Niet onderling, maar wel op de focus van de schaatsers."
Noorse sprinters
De Noorse allrounders plaatsten zich vorige week allemaal voor de A-groep, maar de meeste Noorse sprinters moesten ook in Peking zo'n 2.000 euro neertellen om in het Noorse pak de wereldbeker in de B-groep te schaatsen.
De volgende wereldbeker zal de Noorse sprinters wel wat minder gaan kosten. Hoogstens misschien een buskaartje, want van 1 tot en met 3 december wordt de derde World Cup van het seizoen verreden in het Noorse Stavanger.