Een aantal messen die de Haagse politie bij jongeren in beslag nam
NOS Nieuws

Verminderen steekpartijen jongeren lijkt nog ver weg: 'Geen snelle oplossing'

Het aantal steekpartijen door jongeren is de laatste jaren flink toegenomen, zegt de politie. Vanuit meerdere hoeken wordt geprobeerd hier iets aan te doen, maar tot het gewenste resultaat leidt dit nog niet. "Een snelle oplossing is er niet."

"Kijk, dit is een een van de grotere steekmessen, een Rambo-mes", zegt een agent van de politie Den Haag. Hij houdt een mes van ruim 40 centimeter omhoog met een zwart heft en een lemmet met een gekartelde rand en een enorm snijvlak aan de andere kant.

"Die is nergens anders voor bedoeld dan het zo veel mogelijk schade aanrichten aan een menselijk lichaam", stelt de agent, die jeugdgroepen in de gaten houdt. Het mes wordt volgens hem "veel aangetroffen bij jongeren tussen de 12 en 17 jaar".

Handzaam

De agent, die om veiligheidsredenen niet bij naam wil worden genoemd, laat nog een mes zien: een met een lemmet van 23 centimeter van carbonstaal en doodshoofden erop. Deze twee getoonde messen zijn handzaam en kunnen makkelijk worden verborgen, zegt hij.

De messen worden getoond op de dag dat het NFI bekendmaakte dat het een messendatabank is begonnen om steekpartijen onder jongeren beter te kunnen onderzoeken. "We zien helaas dat jongeren die messen bij zich dragen steeds jonger worden", stelt de agent. "En dat zijn ook steeds vaker jongeren die niet bij een rivaliserende groep betrokken zijn, maar daar wel contacten mee hebben".

Ook criminoloog Jeroen van den Broek kent de messen die de agent toont, maar dat die worden gebruikt omdat ze handzaam zijn, bestrijdt hij. "Ik vind ze vooral afschrikwekkend. Er zijn messen te bedenken die handzamer zijn en sneller te gebruiken zijn: een handmes of een keukenmes bijvoorbeeld".

De politie toonde ook grotere wapens die door jongeren worden gebruikt:

'Jongeren die met messen rondlopen steeds jonger'

"Het lastige is dat we eigenlijk nog maar beperkt zicht hebben op waarom jongeren de messen dragen", zegt Van den Broek. "Om op dit probleem in te spelen moet je hun beweegredenen kennen en weten wie deze jongeren zijn. Daar krijgen we nu pas voorzichtig inzicht in."

Die conclusie komt ook naar voren uit een evaluatie van het Actieplan Wapens en Jongeren dat door onder meer het Openbaar Ministerie en het ministerie van Onderwijs in 2020 werd opgesteld. In de evaluatie, die begin maart uitkwam, staat onder meer dat "onvoldoende duidelijk was wie de doelgroep was van het actieplan en hoe deze groep te bereiken".

En dat het gestelde doel om in deelnemende gemeenten een daling van 25 procent te bewerkstelligen "nog ver weg lijkt".

Van den Broek: "Er wordt nu vooral gekeken naar het allerlaatste stukje in de keten: dat een incident plaatsvindt. Maar je zult aan de voedingsbodem moeten werken. Zorgen dat jongeren niet in de verleiding komen, maar ook niet de behoefte voelen om een steekwapen bij zich te dragen. Alleen is dat geen populaire opvatting, want daarmee is er geen snelle oplossing."

Dat blijkt ook uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit van eind 2022, waar Van den Broek medeauteur van is. Daarin wordt gesteld dat wapens vooral worden gedragen vanuit een gevoel van onveiligheid. De onderzoekers betogen dat meer onderzoek gedaan moet worden, zodat ingegrepen kan worden op de reden waarom de jongeren een gevoel van onveiligheid ervaren.

Een succesvolle campagne tegen gebruik van messen onder jongeren zou volgens Van den Broek en het rapport veel meer gericht moeten gebeuren. "Verreweg de meeste jongeren begrijpen goed dat ze een mes niet zich bij zich moeten dragen. Bij campagnes moet je bepalen wat de risicogroep is en daar interventies op plegen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl