NOS Nieuws

Flinke stijging armoede verwacht volgend jaar als steun wegvalt

Bijna een miljoen mensen leeft volgend jaar onder de armoedegrens als er geen nieuw steunbeleid komt voor die groep. Dat verwacht het Centraal Planbureau (CPB) in het Centraal Economisch Plan. Dit jaar gaat het nog om zo'n 815.000 mensen.

Minister Carola Schouten, verantwoordelijk voor armoedebeleid, noemt de cijfers zeer zorgelijk. Ze laat weten dat het kabinet werkt aan maatregelen voor deze groep. Bij de voorjaarsnota komt daar meer duidelijkheid over.

De cijfers van het CPB zijn belangrijk voor de voorjaarsnota van het kabinet. Deze ramingen geven inzicht in de gevolgen van het huidige beleid, en dus ook in de gevolgen als beleid niet aangepast wordt. Hierop kan het kabinet sturen.

Energietoeslag

Tot nu toe is een stijging van de armoede voorkomen door steunmaatregelen voor de laagste inkomens, zoals de energietoeslag. Maar doordat een deel van dat beleid tijdelijk is, stijgt de armoede in 2024 toch. Het betekent verder dat 7,1 procent van de kinderen dan in armoede leeft.

Voor de doorsnee Nederlander blijft de koopkracht ongeveer gelijk, maar volgend jaar stijgt die met zo'n 2 procent. Na de grote koopkrachtdaling vorig jaar, is het onvoldoende om het verlies goed te maken.

De koopkracht stijgt vooral doordat de lonen omhoog gaan, is de verwachting die het CPB geeft in het Centraal Economisch Plan. Voor zowel dit als vorig jaar rekent het CPB met een loonstijging van 5 procent.

Het plan is een belangrijke economische raming voor het kabinet. Sinds deze zomer raamt het CPB ook hoeveel personen onder de armoedegrens terechtkomen.

"Het CPB verwacht dat de meeste huishoudens volgend jaar meer te besteden hebben", zegt minister Karien van Gennip van Sociale Zaken. "Dat is nu misschien nog lastig voorstelbaar met de dure boodschappen, maar het komt onder meer doordat de lonen stijgen. Het is goed dat veel werkgevers gehoor geven aan de oproep om de lonen te verhogen."

"Tegelijk lijken mensen met lage inkomens en uitkeringen erop achteruit te gaan volgend jaar, als we niks doen. Ik maak me zorgen om deze ongelijkheid. We kunnen nog niet vooruitlopen op de besluitvorming, maar we werken er hard aan om te zorgen dat mensen de wind in de rug voelen", zegt Van Gennip.

Gerichter beleid

Het kabinet heeft met de Tweede Kamer afgesproken te zoeken naar gerichte maatregelen voor volgend jaar, waarmee huishoudens worden ondersteund die kwetsbaar zijn voor prijsstijgingen. Bij de voorjaarsnota, uiterlijk 1 juni, komt er meer duidelijkheid over de ondersteuning en koopkrachtmaatregelen. In augustus volgt het definitieve besluit.

Het CPB benadrukt dat beleid gerichter moet zijn dan nu het geval is. De overheidsfinanciën verslechteren namelijk. Acute problemen zijn er niet, maar het overheidstekort loopt wel op. Dit jaar komt dat naar verwachting uit op 3 procent.

"Dit jaar hebben we een aantal hele brede maatregelen die ook duur zijn", zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp. Hij verwijst naar het prijsplafond dat naar verwachting zo'n 5 miljard euro kost. "En dan moet je echt gerichter kijken, hoe kan ik de groep mensen met een lager inkomen die in armoede zitten bereiken."

Inflatie

De inflatie neemt door de lagere energieprijzen snel af, maar is ondertussen een stuk breder. Na energie stegen vervolgens de voedselprijzen en de prijzen van andere goederen, en nu ook de prijzen van diensten.

Over het hele jaar 2023 verwacht het CPB 3 procent inflatie. Zonder prijsplafond was dat 4 procent geweest.

Ondanks de inflatie is het de verwachting dat de economie blijft groeien. Dit jaar verwacht het CPB een stijging van 1,6 procent en volgend jaar 1,4 procent.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl