Huishoudelijke hulp via gemeente wordt voor rijkeren duurder
Mensen met een hoger inkomen krijgen over drie jaar geen goedkopere huishoudelijke hulp meer van de gemeente. Nu betaalt iedereen die bij de gemeente hulp in de huishouding vraagt een eigen bijdrage van 19 euro per maand in het kader van de zogenoemde Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
In 2025 gaat dat veranderen: dan wordt de eigen bijdrage vanaf 30.000 euro inkomensafhankelijk, zo heeft het kabinet besloten. De eigen bijdrage kan oplopen tot maximaal 255 euro per maand.
Langer wachten
De Wmo is vooral bedoeld om mensen die hulp nodig hebben thuis te ondersteunen. In de praktijk zijn dat vaak ouderen en mensen met lichamelijke beperkingen.
Sinds 2020 bestaat het vaste bedrag van 19 euro per maand voor iedereen die extra zorg nodig heeft en bij zijn stad of dorp huishoudelijke ondersteuning aanvraagt. Het gevolg was dat mensen met een hoger inkomen afscheid namen van hun duurdere particuliere hulp en kozen voor de goedkopere hulp via de gemeente.
Sindsdien behandelen gemeenten veel meer aanvragen voor huishoudelijke hulp. Mensen moeten daardoor langer wachten tot zo'n huishoudelijk hulp daadwerkelijk kan komen om bijvoorbeeld de badkamer schoon te maken, op te ruimen of om de was te doen.
Inflatie
Staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport benadrukt dat Wmo-hulp vooral bedoeld is voor kwetsbaren. "Het is niet bedoeld om de eigen particuliere hulp in te ruilen", zegt hij.
Hij is niet bang dat mensen die meer moeten betalen na de aanpassing in de financiële problemen komen. Nu is de inflatie hoog en moeten veel Nederlanders veel geld betalen aan een hogere energierekening. "Het is vanaf 2025, dus het duurt nog wel even", zegt Van Ooijen.