Piet Schrijvers als doelman van FC Twente
NOS Voetbal

Bolle van Zwolle, Beer van de Meer; Schrijvers was topkeeper met vele bijnamen

De Beer van de Meer was zijn bekendste en meest vleiende. Maar voormalig doelman Piet Schrijvers, die op 75-jarige leeftijd is overleden, kreeg tijdens zijn voetballoopbaan veel meer bijnamen opgeplakt: de Corpulente van Twente, de Bolle van Zwolle, het Lek van PEC. En als trainer kwamen daar de Kolos van Oss en de Flop van TOP nog bij.

Zo'n reeks kwalificaties suggereert misschien een kleurrijk bestaan in de voetballerij, maar hoewel Schrijvers bepaald niet op zijn mondje was gevallen, stond zijn professionele leven toch vooral in het teken van "niet lullen maar poetsen", zoals hij het ooit in een interview uitdrukte.

De bijnamen geven wel heel beeldend de lichaamsbouw weer van de sluitpost, die in het doelgebied letterlijk veel gewicht in de strijd gooide en regelmatig een spits omver kegelde terwijl hij een bal uit de lucht plukte. Die massa kwam ook goed van pas als er een doorgebroken speler op hem af kwam. Daarnaast beschikte Schrijvers over goede reflexen.

Rivaal Jan Jongbloed

De in Jutphaas geboren Schrijvers stond in de jeugd onder de lat bij het Utrechtse VV RUC en bij SEC uit Soest. Hij was pas zestien jaar toen hij zijn (semi-)profdebuut maakte bij het Amersfoorste HVC, dat in de toenmalige tweede divisie uitkwam. Twee jaar later lijfde DWS hem in als tweede keeper achter Jan Jongbloed, een collega die hij in zijn loopbaan nog vaker tegen zou gaan komen.

Ik heb ze he-le-maal stijf gescholden, die jongens. Bondscoach Kees Rijvers zei maar niets.

Piet Schrijvers

In dat eerste seizoen moest de jonge prof overigens door de gevolgen van een auto-ongeluk sowieso enige tijd toekijken bij de Amsterdamse eredivisionist. Uiteindelijk verdrong Schrijvers zijn rivaal wel uit het doel, maar na drie seizoenen koos hij eieren voor zijn geld, toen de nieuwe DWS-trainer Leslie Talbot zijn voorkeur voor Jongbloed had uitgesproken.

Trainer Kees Rijvers haalde Schrijvers in 1968 naar FC Twente, waar de semiprof het voetballen nog combineerde met zijn werk bij de Betoncentrale en dan ook regelmatig met een betonwagen op de training verscheen.

Rugnummer 7

De doelman, die uit bijgeloof rugnummer 7 had weten te bemachtigen, beleefde misschien wel zijn beste jaren in Enschede. De Twentenaren draaiden mee in de top van de eredivisie, hadden in twee seizoenen zelfs lange tijd zicht op de landstitel en bereikten in 1973 de laatste vier van het UEFA Cup-toernooi, het op een na sterkste Europese clubtoernooi, waarin ze uiteindelijk bogen voor Borussia Mönchengladbach.

Slot had als jonge speler veel aan Schrijvers: 'Ontzettend fijne man'

Aan het seizoen 1971/1972 hield Schrijvers de Tonny van Leeuwen-trofee over, de naar de in 1971 verongelukte GVAV-keeper vernoemde prijs die dat jaar voor het eerst werd uitgereikt aan de minst gepasseerde doelman. In de dertig keer dat Schrijvers onder de Twentse lat stond, had hij maar tien keer hoeven vissen. FC Twente incasseerde die jaargang slechts dertien treffers, nog altijd een record.

"Het was mijn gezelligste tijd in het profvoetbal", zou Schrijvers later zeggen over zijn periode in het oosten des lands. "Maar ook zo gezellig dat we nooit een prijs wonnen. Daarom wilde ik er na zes jaar weg: ik wilde ook weleens kampioen worden."

Valencia was in de markt, maar bood met 900.000 gulden (400.000 euro) te weinig in de ogen van FC Twente. Na het voor Nederland succesvol verlopen, maar met een trauma afgesloten WK in 1974 vertrok Schrijvers alsnog voor een kleine 500.000 gulden naar Ajax.

Geen finale

Dat WK in Duitsland leverde de doelman ook persoonlijk een domper op. Kort voor het eindtoernooi sprak bondscoach Rinus Michels zijn voorkeur uit voor de 'meevoetballende' Jongbloed boven Schrijvers, die in de beslissende kwalificatiewedstrijd tegen België nog wel in het veld had gestaan.

Piet Schrijvers (achterste rij in het midden) als onderdeel van de selectie van het WK '78

Het WK daarop bracht Schrijvers, die eind 1971 zijn interlanddebuut had gemaakt, ook al niet waarop hij had gehoopt. Ook onder supervisor Ernst Happel moest hij Jongbloed voor zich dulden. Na de moeizaam verlopen eerste poulefase mocht hij alsnog onder de lat plaatsnemen bij Oranje, dat zich opnieuw voor de finale wist te plaatsen.

Het lot was Schrijvers echter niet goed gezind. In de beslissende wedstrijd tegen Italië werd hij niet alleen gepasseerd door Ernie Brandts, zijn ploeggenoot blesseerde hem ook nog eens flink bij die onfortuinlijke actie. Een vroege wissel en weer geen eindstrijd.

In 2019 haalde Schrijvers voor zijn biografie herinneringen op aan zijn voetbalcarrière:

Piet Schrijvers haalt herinneringen op voor zijn biografie

Bij Ajax kwam wel zijn wens uit om eindelijk eens in de prijzen te vallen. Zijn negen seizoenen in De Meer leverden hem vijf landstitels en twee KNVB-bekers op. Maar ook een slechte rechterknie. Vandaar dat hij in zijn laatste Ajax-jaren op het veld verscheen in een lange zwarte trainingsbroek met daaronder een ingepakte knie. "Die broek hield mijn spieren warm. Als keeper van Ajax heb je vaak weinig te doen."

En als dat wel het geval was, hielp zijn favoriete gele shirt altijd een beetje. "Ik hield van de felheid van die kleur, maar het is ook zo dat een spits de bal vaak in die richting schiet", wist-ie.

Een Ajacied is Schrijvers zich nooit gaan voelen, bekende hij ooit. Te veel bluf, te veel poeha. Zo veel anders dan de sfeer bij vriendploeg Twente. Die paste hem beter. "Bovendien ben ik in 1983 iets te makkelijk aan de kant geschoven door Ajax, nadat voorzitter Ton Harmsen Hans Galjé had binnengehaald."

Piet Schrijvers als doelman van Ajax

De doelman koos - nota bene als Voetballer van het Jaar in Nederland - verrassend voor PEC Zwolle, waarmee projectontwikkelaar Marten Eibrink grootse plannen had. Ook als speler van de modale eredivisionist speelde Schrijvers nog zes interlands, waaronder de legendarische EK-kwalificatiewedstrijd tegen Ierland.

Krachttermen

Oranje kon zich in de strijd met Spanje geen nederlaag permitteren in Dublin, maar stond halverwege wel met 2-0 achter. Het sein voor de 36-jarige kolos om zijn stem te verheffen in de kleedkamer. "Ik heb ze he-le-maal stijf gescholden, die jongens. Bondscoach Kees Rijvers zei maar niets. Die dacht: laat Piet maar even gaan."

De krachttermen misten hun uitwerking niet: nog voor het laatste kwartier was aangebroken, hadden de 21-jarige Ruud Gullit (twee doelpunten) en de nog net 19-jarige Marco van Basten de spreekwoordelijke bordjes verhangen. Met ook nog de 20-jarige Ronald Koeman en 19-jarige Gerald Vanenburg in de gelederen had een nieuwe generatie internationals zich laten gelden.

Piet Schrijvers op de schouders bij Frank Rijkaard tijdens zijn afscheidswedstrijd

In 1984 kwam met zijn 46ste optreden voor Oranje een eind aan de interlandcarrière van Schrijvers. En toen PEC in 1985 degradeerde ook aan zijn profloopbaan. "Ik kon het niet meer opbrengen om in de eerste divisie te gaan voetballen", draaide hij er niet omheen. Na dik twintig seizoenen en bijna zevenhonderd wedstrijden was het genoeg geweest.

'Last van een dingetje'

Als trainer van FC Wageningen, TOP Oss, AZ, FC Zwolle en diverse amateurclubs deed Schrijvers, die ook keepersclinics en lezingen ging geven, minder van zich spreken. In 2019 verscheen zijn biografie, niet toevallig precies op Wereld Alzheimer Dag. Want die ziekte had Schrijvers te pakken gekregen. Of, zoals hij het zelf liever uitdrukte: "Ik heb last van een dingetje." Het A-woord kreeg hij niet over zijn lippen.

Daarna verdween de imposante doelman van weleer in de luwte, zijn laatste jaren slijtend tussen de mensen die hem het dierbaarst waren. Zich steeds minder herinnerend van zijn roemrijke verleden, maar nog volop genietend van het moment. Tot vandaag...

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl