Meer windparken op zee? Dan snellere procedures nodig, zeggen bouwers
Er zijn meer windmolens op zee nodig om de aangescherpte klimaatdoelen te halen en ook om minder afhankelijk van Rusland te worden voor de energievoorziening. Om dat te realiseren maakte minister Jetten van Klimaat en Energie vandaag bekend miljarden te investeren in drie nieuwe windparken. Meer energie van windmolens op zee dus, maar is dat een haalbaar idee?
Het kabinet wil dat er tot 2030 10,7 gigawatt aan vermogen bij komt, goed voor de stroomvoorziening van zo'n 10 miljoen huishoudens. De windmolens die er nu al staan, leveren een totaalvermogen van ongeveer 2,5 gigawatt. Het stond al op de planning om dat vermogen met zo'n 9 gigawatt te verhogen tot 2030.
Voor de aansluiting op het stroomnet op land wil minister Jetten 1,7 miljard euro uit het klimaatfonds halen. Bedrijven en investeerders betalen de kosten van de bouw van de windmolens.
Vertraging
"We steunen het kabinet om het te verdubbelen, maar de grote vraag is wel: hoe?", zegt Joël Meggelaars, specialist windenergie bij Orsted, de wereldmarktleider in het bouwen van windmolenparken op zee. Volgens hem zit de grootste vertraging in de procedures om de benodigde vergunningen te krijgen.
Dat ziet ook Arnoud Kuis, directeur Offshore Wind bij Van Oord: "Opschaling is nodig, maar om dat te realiseren hebben we duidelijkheid in de plannen nodig. Dus snelheid in de vergunningen en bouwprocedures. Alleen dan is het mogelijk."
Minister Jetten zegt desgevraagd tegen de NOS dat hij gesprekken gaat voeren met bedrijven die de windmolenparken ontwikkelen. "We zullen de komende tijd moeten kijken hoe we makkelijker en sneller projecten kunnen starten. Niet alleen op zee, maar ook op land."
Waar komen de nieuwe windparken?
De investering door het Rijk komt niet uit de lucht vallen, want het vorige kabinet maakte de gebieden al grofweg bekend, zodat het nieuwe kabinet er alleen een klap op hoefde te geven. Op weg naar 2030 komen de windmolens steeds verder op zee te liggen en na 2030 kan de afstand tot de kust zelfs oplopen tot 200 kilometer.
Duurdere stroom
Maar hoe verder van de kust, hoe duurder de stroom wordt, zegt Gerard van Bussel, emeritus hoogleraar windenergie. Want bij windparken die verder van de kust liggen dan 100 kilometer heb je een ander type kabels nodig: geen wisselstroom, maar gelijkstroom. "En dat is toch een extra stap."
Bij wisselstroomkabels geldt: hoe verder de afstand, hoe meer energie er verloren gaat. Dat komt doordat de kabel opwarmt en dus warmte (energie) verliest naarmate de afstand groter is. Bij gelijkstroomkabels is dat niet het geval.
Maar om de stroom weer te kunnen gebruiken op land, moet het toch weer wisselstroom worden. Van Bussel: "Die extra aansluiting voor gelijkstroom is minstens twee keer zo duur. Dus de stroom uit deze nieuwe parken wordt duurder. Maar in vergelijking met fossiele stroom is windstroom van zee nog steeds goedkoop."
Maar dat er verder van de kust moet worden gebouwd belemmert niet de opschaling van wind op zee. Want Duitsland heeft al parken op de Noordzee en kabels moeten daarvoor de hele Waddenzee over. Ook andere landen investeren in windenergie. Directeur Kuis van Van Oord zegt opdrachten te krijgen vanuit Engeland, Denemarken, de VS en zelfs Japan. "Energie opwekken met windparken op zee wordt een mondiale activiteit."