Top Belastingdienst in april gehoord door hof over toeslagenaffaire
Het gerechtshof in Den Haag wil in april 2022 de top van de Belastingdienst horen over de kindertoeslagenaffaire. De directeur-generaal van de Belastingdienst en de directeur-generaal Toeslagen worden verwacht op een besloten zitting. Zij mogen ook andere personen aandragen die op de zitting aanwezig zijn.
Het is een tussenbeslissing van het hof in een zogeheten artikel 12-procedure, waarin een partij beroep kan aantekenen tegen een besluit van het Openbaar Ministerie (OM) om niet tot vervolging over te gaan.
Knevelarij
In januari besloot het OM geen strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar de rol van de Belastingdienst en zijn ambtenaren in de kinderopvangtoeslagaffaire. Advocaat Vasco Groeneveld begon daarop namens 152 gedupeerden een artikel 12-procedure.
Hij vindt dat de Belastingdienst moet worden vervolgd voor knevelarij, misbruik van gezag, beroepsmatige discriminatie en lasterlijke aanklacht. Knevelarij wil zeggen dat een ambtenaar in strijd met de regels geld vordert, ontvangt of niet uitbetaalt omdat dat verschuldigd zou zijn "aan enige openbare kas".
De zitting in april is bedoeld om te kunnen besluiten of er voldoende grond is om de Belastingdienst strafrechtelijk te laten vervolgen. Het hof kan het OM opdracht geven om alsnog tot vervolging over te gaan.
Wat houdt de toeslagenaffaire in? NOS op 3 legt het uit in deze video:
Volgens een woordvoerder laat het hof zich normaal gesproken niet uit over het verloop van een artikel 12-procedure, omdat de gedaagden officieel nog geen verdachten zijn. Maar omdat het hier om zo'n grote zaak gaat waarover veel in de media is bericht, maken de rechters een uitzondering.
'Zeker hoopgevend'
"We zijn heel blij met deze stap", zegt advocaat Vasco Groeneveld. "Het hof had ons verzoek in deze fase ook al kunnen afwijzen. Nu ligt alles nog open en dat is zeker hoopgevend."
In november diende bij het hof een inhoudelijke behandeling waar ook vijf gedupeerden van de toeslagenaffaire aan het woord kwamen. "Het hof heeft daar al uitgesproken dat er sprake is van onrechtmatig handelen van de staat. Nu moet duidelijk worden of het hof ook genoeg grond ziet voor een strafrechtelijke vervolging."
