Iraanse hackers aangeklaagd voor nepnieuws rond verkiezingen VS

Twee Iraanse hackers worden verdacht van het intimideren van kiezers en het verspreiden van nepnieuws rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen van vorig jaar. Het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft sancties opgelegd aan de twee verdachten, hun collega's en het bedrijf waarvoor ze werkten.

Volgens de aanklagers hebben de Iraniërs in het najaar van 2020 mailtjes met nepnieuws en dreigementen naar zowel Democratische als Republikeinse kiezers gestuurd. Ook verspreidden ze beelden waarop zogenaamd verkiezingsfraude te zien was. Daarnaast probeerden ze toegang te krijgen tot het redactiesysteem van een groot Amerikaans mediabedrijf.

Gestolen inloggegevens

Het onderzoek naar de inmenging liep al een tijdje. Voorafgaand aan de presidentsverkiezingen in november vorig jaar beschuldigden justitie en de veiligheidsdiensten Iran al van het sturen van intimiderende e-mails naar Democratische kiezers, om die zover te krijgen om voor toenmalig president Trump te stemmen. Medewerkers van de campagne van Trump zouden valse e-mails hebben gekregen over Democraten die verkiezingsfraude wilden plegen.

Ook na de verkiezingen zouden de Iraniërs geprobeerd hebben om met valse e-mails en zelf gefabriceerde filmpjes de betrouwbaarheid van de verkiezingsuitslag in twijfel te trekken. Een dag na de verkiezingen probeerden ze met gestolen inloggegevens in het redactiesysteem van een niet nader genoemd mediabedrijf te komen, aldus de Amerikaanse justitie.

Nog in Iran

De verdachte Iraniërs zijn niet gearresteerd; ze verblijven volgens justitie nog in Iran. De Amerikaanse autoriteiten hopen dat de hackers door de aanklacht en de opgelegde sancties niet meer kunnen reizen.