Reizigers in de metro in Rotterdam
NOS Nieuws

11.600 boetes voor niet dragen mondkapje, veel discussie over handhaving

  • Remco Andringa en Thomas Kusters

    redacteuren Politie en Justitie

  • Remco Andringa en Thomas Kusters

    redacteuren Politie en Justitie

Sinds de invoering van de mondkapjesplicht in het openbaar vervoer zijn 11.600 boetes uitgedeeld voor het niet dragen ervan. De plicht ging in op 1 juni vorig jaar en blijft ondanks versoepelingen op 25 september nog altijd gelden. Ook zijn er bijna 5600 incidenten met boze reizigers gemeld. Het gaat bijvoorbeeld om scheldende of spugende passagiers.

Voorafgaand aan de mondkapjesplicht is achter de schermen een flinke discussie gevoerd over wie er moest handhaven. De politie weigerde op te treden tegen mensen die geen mondneusmasker zouden dragen in het ov. Dat blijkt allemaal uit documenten die de NOS heeft gekregen met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).

Over wie moest handhaven en op welke manier dat moest gebeuren, was binnen de overheid wekenlang onenigheid. Juristen waren het niet eens in welke wet de mondkapjesplicht moest worden opgenomen: de Wet Personenvervoer of in de corona-noodverordeningen (en later -noodwet). Dit bepaalde in hoeverre er opgetreden kon worden en of niet alleen buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's), maar ook agenten zouden kunnen handhaven.

Uit de documenten blijkt dat ambtenaren van de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid in de clinch lagen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De laatste meende dat het beschermen van de volksgezondheid geen geldige reden was om op basis van de Wet Personenvervoer te kunnen bekeuren.

Daartegenover stonden de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid, die stelden dat boa's nu eenmaal verantwoordelijk zijn voor de handhaving in het openbaar vervoer, en dus ook voor de mondkapjesplicht. De politie wees er ook op dat boetes voor het niet naleven van de huisregels van de vervoerders lager zouden uitvallen dan voor het niet naleven van de noodverordening. "Dat is ook beter voor de handhaving omdat een lagere boete naar verwachting tot minder weerstand leidt", schreef een juridisch adviseur van de politie.

Zelf handhaven

Op 14 mei 2020, de dag dat het kabinet de Tweede Kamer informeerde over de mondkapjesplicht, was nog altijd niet helder wie er moest gaan handhaven. Toch had justitieminister Grapperhaus achter de schermen al duidelijk gemaakt dat de politie hiervoor niet hoefde op te draven. Een ambtenaar schreef: "Minister JenV wil koste wat kost voorkomen dat er discussie ontstaat over de vraag of de politie dit moet gaan handhaven. OV moet zelf handhaven."

Partijen waren ook aan het harrewarren over wanneer boa's de politie om hulp konden vragen, blijkt uit de documenten. De politie wilde alleen proces-verbaal opmaken na een aangifte. "Er dient dus daadwerkelijk een strafbaar feit gepleegd te zijn en niet een scheldpartij", is te lezen in een intern memo.

Compromis

Na wekenlang gebakkelei werd halverwege mei een compromis gesloten: de mondkapjesplicht valt formeel onder de corona-noodverordening, maar het zijn de boa's die handhaven of de coronaregels van de vervoerders worden opgevolgd. In definitieve afspraken is vastgelegd dat zij een beroep kunnen doen op de politie als de boel dreigt te escaleren. Volgens de politie was dit aan het begin van de mondkapjesplicht een aantal keer nodig, al kan de politie niet zeggen hoe vaak precies.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat in een reactie weten dat het overleg onder hoge tijdsdruk stond maar "open en resultaatgericht" was. Volgens de ov-bedrijven was de discussie over de mondkapjesplicht nodig "om helder te krijgen wat de rolverdeling zou worden".

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl