Eerste averij voor ploeterend Ajax bij FC Twente: 1-1
FC Twente blijft een lastig te kraken tegenstander voor Ajax. De ploeg van Ron Jans bezorgde de landskampioen het eerste puntenverlies van het seizoen: 1-1. Sébastien Haller zette de ploeterende Amsterdammers in de tweede helft nog wel op voorsprong. Robin Pröpper schoot in de slotfase de gelijkmaker binnen.
Twente was de laatste club die in de eredivisie de landskampioen een nederlaag toebracht. Op 5 december vorig jaar wonnen de Tukkers verrassend met 2-1 in Amsterdam. Queensy Menig was destijds een ware plaag voor de Amsterdammers met twee doelpunten.
Daarna bleef Ajax 24 wedstrijden op rij ongeslagen. De uitwedstrijd in Enschede won de ploeg van Erik ten Hag in januari met 3-1, waarbij de inmiddels vertrokken Klaas-Jan Huntelaar de Amsterdammers pas in de slotminuten met twee treffers aan de zege hielp.
Handschoen
Net als in de twee voorgaande onderlinge duels pakte FC Twente de handschoen weer op om er een echt gevecht van te maken. De ploeg van Jans, die het zonder de geblesseerde spits Ricky van Wolfswinkel moest doen, startte fel. Ajax, met dezelfde elf spelers die een week eerder NEC (5-0) oprolden, had er moeite mee.
Het eerste halfuur legden de Amsterdammers geen vloeiende aanval op de mat. De speldenprikken kwamen van Twentse kant. Menig loste een schotje op het Amsterdamse doel, de kleine Costaricaan Manfred Ugalde kopte naast en schoot over.
De meeste opwinding ontstond na ruim een halfuur toen Ajax-middenvelder Edson Alvarez tegenstander Michal Sadilek van achteren een beuk gaf. Het leek een slaande beweging, maar scheidsrechter Dennis Higler deed niets en de VAR vond het kennelijk niet nodig de leidsman naar de kant te roepen om het incident nogmaals op het scherm te bekijken.
Ajax ploeterde verder, slaagde er maar niet in de felle Enschedeërs uit elkaar te spelen en moest zelf ook continu uitkijken voor een scherpe counter. Het bleef echter 0-0 in het eerste bedrijf. Ook omdat doelman Lars Unnerstall een kopbal van Alvarez nog stijlvol stopte.
Voorsprong
Ajax-trainer Ten Hag greep niet in in de rust en stuurde dezelfde elf voor de tweede helft het veld in. Het spel werd er niet beter van, maar met enig fortuin kreeg de trainer wel wat hij wilde hebben: een voorsprong. Die kwam curieus tot stand.
Blind maakte een actie op de achterlijn, zette de bal voor. Die verdween via de hak van Robin Pröpper en de hand van Unnerstall op de paal. Haller tikte de terugspringende bal binnen: 0-1.
Ten Hag haalde daarna de onopvallende Berghuis naar de kant en wisselde ook meteen Ryan Gravenberch. De middenvelder was er duidelijk niet blij mee. Met de Braziliaanse olympisch kampioen Antony en Devyne Rensch moest er meer structuur in de aanval komen. Jans bracht met Denilho Cleonise en Jesse Bosch ook verse krachten, maar aan het spelbeeld veranderde weinig.
Ajax dacht aan de ene treffer genoeg te hebben, Twente lukte het niet een echt slotoffensief te forceren. Toch kreeg Twente loon naar werken. In de slotfase nam Robin Pröpper de bal op zijn slof en passeerde Maarten Stekelenburg. Ajax bracht met Danilo nog een spits, maar de aanvaller die vorig seizoen op huurbasis furore maakte bij Twente slaagde er met een geplaatste kopbal niet in Unnerstall te kloppen.
