Tom Dumoulin en Niki Terpstra tijdens het WK van 2017

Bijzondere samenwerking moet nieuwe Dumoulin opleveren: 'Er moet wat gebeuren'

'We gaan iets nieuws beginnen.' Dat is de boodschap van sportkoepel NOC*NSF én topploeg Jumbo-Visma, die met elkaar en wielerbond KNWU een speurtocht lanceren. Met deze vraag in het achterhoofd: "Wie is de nieuwe Tom Dumoulin?"

Maurits Hendriks vroeg het zich af. De technisch directeur van NOC*NSF raakte vorig jaar in gesprek met Richard Plugge, directeur van Jumbo-Visma. Uiteraard kwam het lopende jaar van de wielerploeg voorbij in het gesprek, maar tegelijkertijd stelde Hendriks de vraag of er wel voldoende aanwas is binnen de wielersport.

Want Nederland kan nu wel op een roze wolk zitten en hopen op minimaal vijftien wielermedailles bij de OIympische Spelen in Tokio, maar hoe zit het met de lange termijn? "We kwamen tot de conclusie dat er wat moet gebeuren."

NOC*NSF in zee met Jumbo-Visma: 'Dit model zou in meer sporten kunnen werken'

Ook KNWU-directeur Thorwald Veneberg, die aanhaakte in de besprekingen, stelde zichzelf de vraag die Hendriks had opgeworpen. "Er groeien elk jaar nog wel goede jongeren door, maar we zien ook dat de aanwas minder wordt. Het is een trend van de laatste jaren dat het aantal licentiehouders bij de jeugd afneemt."

Moderne takken van de wielersport worden steeds populairder. "De interesse gaat steeds vaker uit naar freestyle en urban. Het leren van skills en techniek wordt steeds populairder. Tegelijkertijd zie je dat het steeds lastiger wordt om wegwedstrijden te organiseren. Niet alleen wordt de beschikbaarheid van vrijwilligers en ouders minder, maar ook het vinden van geschikte parcoursen wordt steeds moeilijker."

In dat laatste zit de voornaamste uitdaging voor CyclingClassNL, zoals de drie partijen hun gezamenlijk gestarte stichting noemen. De jeugd tussen 15 en 18 jaar moet wedstrijden blijven rijden en moet beter begeleid worden, om ervoor te zorgen dat er geen talenten voortijdig afhaken.

Talenten als Kruijswijk moeten niet voortijdig afhaken

Veneberg stipt aan dat de internationale jeugd de laatste jaren juist steeds eerder doorbreekt bij de profs. "Jongens die net bij de junioren vandaan komen, kunnen nu al de Tour winnen. Nu komen renners als Tadej Pogacar en Egan Bernal altijd wel bovendrijven, maar we moeten ervoor zorgen dat een talent als Steven Kruijswijk, die elk jaar een beetje beter wordt en pas rond zijn dertigste meedoet voor een podiumplaats in een grote ronde, niet voortijdig afhaakt."

'Jumbo-Visma krijgt niet de exclusiviteit op de nieuwe uitstroom'

De partijen werden het dus snel eens over de noodzaak van het project, maar hoe zit het met de verdeling? Wie hoest het geld op? "De stichting wordt formeel opgezet door de KNWU en Jumbo-Visma. Het grootste aandeel op financieel gebied komt in eerste instantie van NOC*NSF", legt Veneberg uit. "De KNWU en Jumbo-Visma verzorgen de kennis en de input."

Het is dus niet zo dat Jumbo-Visma op financieel gebied het stokje overneemt van Rabobank, dat jarenlang de ontwikkeling van wielertalenten sponsorde.

Commerciële partij, dat roept vragen op

Hendriks stelt dat alle partijen middelen leveren. Hij snapt overigens dat een samenwerking met een commerciële partij vragen oproept. "Ik denk dat dit iets is dat we met elkaar moeten gaan bekijken, zo heb ik het ook intern voorgelegd. Er zit inderdaad een andere partij bij, maar wel een die een enorme expertise heeft qua opleiding en training, waar we graag gebruik van maken."

Ik heb ook met Iwan Spekenbrink gesproken. Hij bood ook zijn medewerking aan.

Maurits Hendriks, technisch directeur NOC*NSF

En die nieuwe Dumoulin, krijgt die automatisch een contract bij Jumbo-Visma? "Mensen zouden dat kunnen denken inderdaad, maar dit is heel nadrukkelijk niet alleen een instroom voor Jumbo-Visma. Dit kan ook gelden voor Team DSM of andere wielerploegen in Nederland."

Hendriks sprak om die reden bijvoorbeeld ook met de manager van Team DSM, Iwan Spekenbrink. "Want het is heel nadrukkelijk de bedoeling dat Nederland als wielerland hier in de totale breedte van gaat profiteren. En hij bood ook gelijk zijn eigen medewerking aan. Jumbo-Visma heeft niet de exclusiviteit op de uitstroom."

Merijn Zeeman, sportief directeur van Jumbo-Visma, sluit zich daarbij aan. "Wij zien de nieuwe Tom Dumoulin ook nog niet. En als we talenten ontdekken via dit programma, zou het mooi zijn als ze bij ons komen fietsen, maar dit is een initiatief voor het héle Nederlandse wielrennen. Want dat heeft een impuls nodig."

Tom Dumoulin in actie tijdens het WK wielrennen in Valkenburg in 2012, een jaar waarin Rabobank nog veel middelen beschikbaar stelde voor de ontwikkeling van wielertalent

Het hoeft zich volgens Zeeman ook niet te beperken tot het wegwielrennen. Ook baanwielrennen en BMX zouden van de samenwerking kunnen profiteren. Zeeman vergelijkt het initiatief ook met andere landen waar drie partijen gingen samenwerken. "Kijk naar British Cycling of naar Cycling Australia; dat waren ook samenwerkingen tussen het olympisch comité, de nationale wielerbond én een merkenteam. In Groot-Brittannië ging het om Team Sky en in Australië had je GreenEdge. In die landen is het heel succesvol gebleken."

Of het gaat slagen zoals de partijen het voor ogen hebben - Veneberg noemt een titel bij de wereldkampioenschappen in 2027 als eerste stipje aan de horizon - is nog toekomstmuziek.

Durven

Hendriks: "Je moet ergens beginnen. Ik denk dat dit voor het Nederlandse wielrennen tot in lengte van dagen een prachtige impuls kan zijn. Dan moet je ook durven."

Hij denkt bovendien dat het ook buiten het wielrennen kan aanslaan. "Het is een model dat in meer sporten zou kunnen werken in de toekomst, als je het hebt over de handen ineenslaan. Zodat er een betere opleiding ontstaat voor alle jonge sporters."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl