Patrick van Dillenburg (archieffoto)
NOS Nieuws

OM in beroep tegen vrijspraak in coldcasezaak met omstreden undercovermethode

Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep tegen de vrijspraak in de zaak van de verdwijning van Amsterdammer Patrick van Dillenburg. In die cold case uit 2002 is een omstreden undercovermethode gebruikt om een bekentenis uit te lokken van een van de verdachten.

Volgens de rechtbank mag die verklaring niet worden gebruikt voor het bewijs, omdat de politie te veel druk heeft uitgeoefend. Ook zijn gesprekken die de undercoveragenten voerde met de verdachte niet altijd opgenomen, terwijl dat wel moest, waardoor de rechter niet kan vaststellen of de verdachte uit vrije wil heeft verklaard. Het OM is het daar niet mee eens.

Lichaam in de shredder

Met de zogenoemde 'Mr. Big-methode' hebben politie en justitie undercoveragenten ingezet die zich voordeden als criminelen. De zogenaamde criminelen houden een verdachte voor dat hij voor hen mag werken en veel geld kan verdienen. Dan moet hij wel open kaart spelen over zijn verleden bij de grote baas van de organisatie.

De man zei dat hij Van Dillenburg na een ripdeal had doodgeschoten en zijn lichaam in de shredder had geduwd. Later trok hij die verklaring weer in en stelde hij dat hij had gelogen om snel geld te kunnen verdienen.

Op het gebruik van de Mr. Big-methode is kritiek, omdat het risico bestaat dat verdachten onder druk worden gezet om een valse bekentenis te doen. De Hoge Raad stelt daarom strenge eisen aan het inzetten ervan.

Amicaal en ongedwongen

Het OM beargumenteert dat "deze vorm van misleiding in deze zaak gelegitimeerd is" en binnen de wettelijke normen past. Zo zouden de ontmoetingen met de verdachte "in een amicale en ongedwongen" sfeer hebben plaatsgevonden, zonder ongeoorloofde druk uit te oefenen.

De rechtbank zegt dat alle verklaringen uit het undercovertraject niet mogen worden gebruikt als bewijs, maar justitie vindt dat een onevenredig zware sanctie.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl