Amsterdams Namenmonument Holocaust wordt in september geopend
Het Namenmonument in het Amsterdamse Weesperplantsoen voor de slachtoffers van de Holocaust wordt in september geopend. Dat heeft burgemeester Halsema gezegd tijdens de jaarlijkse herdenking van de Holocaust in de hoofdstad.
"We leven nu 76 jaar na de bevrijding van het vernietigingskamp Auschwitz. De herinnering aan de Holocaust moet nu vaker worden doorverteld, door de kinderen en kleinkinderen van overlevenden", zei burgemeester Halsema. "Met het noemen van de namen van de doden, houden wij in Joodse traditie hen levend."
De herdenking vond vanochtend in klein gezelschap plaats:
Met het monument worden de Nederlandse slachtoffers van de Holocaust herdacht die nooit een graf hebben gekregen. Het werk bestaat uit verschillende muren waarop de namen komen te staan van 102.000 vermoorde Joden en 220 Sinti en Roma, met geboorte- en sterfdatum.
Het Namenmonument wordt het eerste nationale gedenkteken waar slachtoffers van de Holocaust met naam en toenaam worden genoemd.
In september werd de eerste steen van het Namenmonument gelegd:
Naast burgemeester Halsema namen onder anderen Jacques Grishaver, voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, Khadija Arib, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en overlevende van kamp Auschwitz Rudie Cortissos het woord.
"Hoe heeft deze misdaad tegen de menselijkheid plaats kunnen vinden? Het is een van de redenen dat we herdenken. Om het verleden te blijven bevragen", aldus Khadija Arib in haar toespraak. "De minister-president heeft vorig jaar, vanaf deze plek, zijn excuses aangeboden. Omdat ook de Nederlandse overheid een deel van haar burgers niet wist te beschermen tegen de vernietiging."
"Mensen werden als beesten behandeld. Al hun waardigheid ontnomen", zei overlevende Rudie Cortissos. "En als bij gastlessen de kinderen gevraagd wordt of zij weten wat genociden zijn en voorbeelden als Srebrenica en Hutu's en Tutsi's worden genoemd, dan hebben ze daar nog nooit van gehoord."
"Om de generaties na mij bewust te maken, dat genociden met alle mogelijke middelen voorkomen moeten worden, geven meer dan 200 gastsprekers 1900 gastlessen per jaar aan 50.000 kinderen. Wij voelen ons verplicht hen kennis te laten maken met deze fenomenen en hen te wijzen op wat de consequenties zijn voor de mensheid. Zelfs zoveel decennia na die gebeurtenissen."
