NOS Nieuws

Boze studenten in brief aan minister: laat ons in de binnensteden wonen

Studentensteden jagen studenten de stadscentra uit. Daarover klagen studenten al jaren, maar de frustratie hierover is nu zo groot dat de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) een brandbrief heeft geschreven aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken.

"Studenten zijn steeds minder welkom in studentensteden. Er is al tientallen jaren een nijpend tekort aan studentenwoningen en nog steeds kiezen gemeenten ervoor om het aantal studentenhuizen in binnensteden te beperken", schrijft de LKvV in de brief.

Kamerbewoonster Denise van de Sant is voorzitter van de LKvV. Ze woont in het centrum van Utrecht met negen andere studenten. "Overdag studeren we en 's avonds maken we het gezellig met elkaar", zegt ze daarover.

In het NOS Radio 1 Journaal zegt Van de Sant dat studenten uit het centrum van steden worden gedrukt en dat vindt ze onbegrijpelijk. "Studenten hebben een positief effect op een stad. Ze maken de stad dynamischer. Het zijn jonge actieve mensen, ze doen vrijwilligerswerk, ze ondernemen, ze organiseren van alles. Studenten maken een binnenstad bruisend."

'Peperdure studentencomplexen'

Haar conclusie is dat studenten goed zijn voor de leefbaarheid van de stad, terwijl de steden juist zeggen dat studentenhuizen de leefbaarheid verpesten. Buurtbewoners klagen over de geluidsoverlast en gemeenten wijzen er op dat studenten slechts tijdelijk op kamers wonen, er is dus een grote in- en uitstroom. De leefbaarheid wordt juist verhoogd door mensen die langere tijd in een wijk wonen en willen investeren in hun huis en wijk.

De LKvV schrijft verder in de brandbrief aan de minister dat gemeenten peperdure studentencomplexen bouwen in randgemeenten, ver weg van de binnensteden. Paul Tholenaars, directeur van Kences, het kenniscentrum voor studentenhuisvesting, onderschrijft dat beeld. Volgens hem zijn in de afgelopen twee jaar 5500 studentenkamers verdwenen. In diezelfde periode zijn er 6400 studio's bij gekomen, oftewel éénkamerwoningen.

Hoewel de huurprijs van een studio vaak hoger ligt, is het bewonen van een kamer relatief duur door de zeer beperkte huurtoeslag voor kamers. Vorige week meldde Kences dat het in deze coronatijd goed is als studenten een gezamenlijk huishouden vormen, omdat het eenzaamheid voorkomt en het bijdraagt aan het welzijn van studenten. Kences pleit daarom voor een betere verhouding tussen de huurtoeslag voor woningen en voor kamers, zodat wonen op kamers met medestudenten aantrekkelijker wordt.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl