Opening Nederlands Film Festival combineert mystiek met 'rauwe realiteit'
Vanavond begint in Utrecht de veertigste editie van het Nederlands Film Festival (NFF), met een film waarin voor het eerst in de geschiedenis van het festival grotendeels Papiaments wordt gesproken. Het familiedrama Buladó, van regisseur Eché Janga, speelt zich af op Curaçao en gaat over thema's als afscheid en rouwverwerking, realisme en mystiek.
Janga liep al vijftien jaar rond met het idee voor de film, vertelt hij in het NOS Radio 1 Journaal. Het maken van Buladó was voor hem het eerste contact met de cultuur van zijn vader, die op Curaçao is opgegroeid en als student naar Nederland kwam. "Het spirituele leeft daar meer, het magische van het leven."
Voor Eché Janga is het een grote eer dat zijn film de openingsfilm is van het Nederlands Film Festival:
De regisseur noemt zijn film magisch-realistisch. Buladó vertelt het verhaal van de 11-jarige Kenza, die samen met haar vader en opa in een ruig gedeelte van Curaçao woont. Haar vader, politieagent, is rationeel van aard, terwijl Kenza's opa spiritueler is en vasthoudt aan de tradities van het eiland. Dat leidt tot botsingen, waarbinnen Kenza haar eigen weg probeert te vinden.
Het plot is losjes gebaseerd op een oude saga over tot slaaf gemaakten die al generaties lang wordt doorverteld in de familie van regisseur Janga. Ook zitten er onderdelen in van de cultuur van de Caquetio, de oorspronkelijke bewoners van Curaçao. De film bevat ook autobiografische elementen: Janga's opa was de eerste zwarte politieagent van Curaçao. "De opa in de film lijkt meer op mijn oom. Hij was erg spiritueel, een grote verhalenverteller en soms ook een fantast. Een fijne man om naar te luisteren."
Bekijk hieronder de trailer van Buladó:
De acteurs en het grootste deel van de crew komen van de Antillen. De hoofdrollen zijn voor Tiara Richards (die Kenza speelt), Everon Jackson Hooi (Kenza's vader, bekend van Goede Tijden Slechte Tijden) en Felix de Rooy (Kenza's opa).
Volgens Doreen Boonekamp, interim-directeur van het NFF en daarvoor jarenlang directeur van het Filmfonds, laat Buladó "op een sprankelende manier" de rauwe realiteit zien, in combinatie met mystiek. "De film past goed in de tijdgeest van nu. Jonge makers als Eché spiegelen de wereld om ons heen en dat zouden we terug moeten zien op het doek."
Papiaments
Dat in de film vooral Papiaments wordt gesproken, vinden de betrokkenen niet meer dan vanzelfsprekend. "Dat maakt het verhaal nog authentieker dan we voorheen dachten", zegt de producent van de film, Koji Nelissen van Keplerfilm. "Papiaments is een taal binnen het koninkrijk, dat moet niet verscholen worden. Het is juist mooi dat die taal er is."
En, vergelijkt regisseur Janga: "Als je een film in Friesland draait, wil je ook het Fries horen. Hoe authentieker je blijft, hoe sneller je verhaal mensen zal raken."
Online
Vanwege het coronavirus vindt de jubileumeditie van het NFF dit jaar voor een groot deel online plaats, met onder meer podcasts en vraaggesprekken met filmmakers. De opening vanavond, waarbij Buladó in première gaat, is wel gewoon fysiek in Utrecht. Cultuurminister Van Engelshoven is daarbij aanwezig. Vanaf 1 oktober is de film te zien in bioscopen in het hele land.
