Een man in Zimbabwe verkoopt groenten en fruit vanuit zijn achterbak
NOS Nieuws

Zimbabwes economie 'lag al op intensive care' en toen kwam corona

  • Elles van Gelder

    correspondent Afrika

  • Elles van Gelder

    correspondent Afrika

Het coronavirus leidt wereldwijd niet alleen tot heel veel zieken en doden, het leidt ook tot honger. De Verenigde Naties schatten in dat er dit jaar ruim 80 tot 130 miljoen mensen bij komen, die onvoldoende te eten hebben.

Landen waar al veel problemen waren, zijn extra hard geraakt. Mensen werken daar als dagloner in de bouw, als schoonmaker of marktverkoper. Een van de landen waar dat probleem al zichtbaar wordt, is Zimbabwe.

Het land in Zuidelijk Afrika verkeerde al in een diepe economische crisis voor corona, de inflatie was torenhoog. "We lagen al op de intensive care", zegt de Zimbabwaanse econoom Gift Mugano. "Ons land is niet productief en de regering heeft geen geld om bedrijven nu te helpen. Het kabinet leidt het land slecht, alsof het de economie als een experiment ziet."

Economisch geruïneerd

De Zimbabwaanse Dorothy Banda had niet gedacht dat haar leven nog moeilijker kon worden. Haar land is de afgelopen decennia door de regering economisch geruïneerd. Met moeite hield ze als marktverkoper het hoofd boven water. Toen kwam corona.

Op de markt verdient ze een fractie van haar salaris van vóór de crisis:

Corona verergert alle problemen die Zimbabwe al had

Samen met haar man en vijf kinderen woont ze in Mbare, een arme wijk in de hoofdstad Harare. Ze opent haar koelkast. "Voor corona kon ik mijn kinderen nog pindakaas op brood geven", zegt ze. "Nu is dat een luxe." Voor corona en na corona, ze noemt het bijna in iedere zin. Voor corona kon ze een paar keer per week vlees kopen. Na corona hooguit een keer per week.

Want voor corona verdiende ze omgerekend 40 à 50 euro per dag in haar hoogseizoen. En dat is veel voor iemand die in de informele economie werkt in Zimbabwe. Maar na corona is dat nog maar 4 euro.

Iedere ochtend zet ze om de hoek van haar huis haar marktkraam op. Ze verkoopt er zakken om graan in te bewaren. Haar belangrijkste klanten zijn boeren van buiten de stad, maar die mogen vanwege coronamaatregelen de stad niet meer in. Haar inkomsten zijn daardoor gekelderd.

Grenzen dicht

Na corruptie en wanbeleid onder oud-dictator Robert Mugabe roept de huidige president Emmerson Mnangagwa al jaren dat het land open is om zaken te doen. Maar het is oude wijn in nieuwe zakken. De corruptie gaat door.

Mnangagwa weet geen investeringen aan te trekken. Zijn regering introduceerde vorig jaar zomer weer een eigen munt, de RTGS-dollar, maar daar heeft de bevolking geen vertrouwen in. Zimbabwanen proberen nog zoveel mogelijk buitenlandse stabiele valuta in handen te krijgen.

Die krijgen ze onder meer uit buurland Zuid-Afrika. Naast de Amerikaanse dollar is ook Zuid-Afrikaanse rand gewild. Veel Zimbabwanen werken in Zuid-Afrika en brengen randen mee terug naar huis of maken deze over. Maar ook in Zuid-Afrika zijn de inkomsten door corona lager, en dus vloeit er minder naar huis. Bovendien zitten de grenzen wegens corona nog dicht.

Fysiek geld de grens overbrengen, kan dus ook niet meer. Hetzelfde geldt voor boodschappen. Voor corona was er een levendige handel van Zimbabwanen die op en neer reden van Zuid-Afrika naar Zimbabwe met levensmiddelen die in het buurland veel goedkoper zijn. Maar die levenslijn is afgesneden.

Voedselonzeker

"Eind dit jaar schatten we dat 8,6 miljoen mensen in Zimbabwe voedselonzeker zijn. Dat is 60 procent van de bevolking", zegt Niels Balzer van het Wereldvoedselprogramma (WFP) in Zimbabwe. Voedselonzeker betekent dat mensen onvoldoende toegang hebben tot voedzaam eten.

De VN-organisatie werkt al geruime tijd in Zimbabwe. Boven op economisch wanbeleid werd het land de afgelopen jaren ook nog hard geraakt door droogte, waardoor oogsten mislukten. Het WFP zag steeds meer honger op het platteland. Maar nu ziet Balzer ook de cijfers in de steden sneller stijgen.

Genoeg geld om alle Zimbabwanen te helpen is er niet. Het WFP hoopt dit jaar zo'n vier miljoen van de meest kwetsbare mensen te bereiken en heeft de internationale gemeenschap om ruim 200 miljoen euro gevraagd zodat het meer hulp kan bieden.

Marktverkoper Dorothy Banda redt het nog net, zegt ze zelf. Haar familie eet nog wel groenten en veel soja. Maar winkelen bij de buurtsupermarkt is steeds meer een lijdensweg. Met minder inkomsten en stijgende prijzen is ze bang dat haar koelkast alleen maar leger en leger wordt.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl