Demonstratie tegen seksueel geweld
NOS Nieuws

Veel meer meldingen seksueel geweld, maar nog steeds 'topje van de ijsberg'

Het aantal meldingen van seksueel geweld bij het Centrum Seksueel Geweld (CSG) is fors gestegen: 4148 slachtoffers vroegen het afgelopen jaar om hulp, zo'n 28 procent meer dan de 3250 in het jaar daarvoor.

Volgens de organisatie komt de toename doordat de naamsbekendheid groeit, onder meer door landelijke campagnes. Daardoor weten steeds meer mensen de weg naar het centrum te vinden. Toch zijn deze getallen "maar het topje van de ijsberg" zegt Iva Bicanic, landelijk coördinator van CSG. "Nu, op dit moment, wordt er iemand verkracht. En dat gebeurt doorlopend. Uit internationale onderzoeken weten we dat slechts een minderheid zich meldt."

Samenwerking

CSG is een samenwerkingsverband van Slachtofferhulp, politie, GGD en ggz om met name slachtoffers van aanranding en verkrachting snel te kunnen helpen. Het richt zich op slachtoffers van acuut seksueel geweld, dus incidenten die minder dan een week geleden hebben plaatsgevonden. Binnen die termijn kan er veel voor de slachtoffers gedaan worden, zoals het geven van medicatie tegen hiv, zwangerschapspreventie en lichamelijk onderzoek.

Bij 1888 van de meldingen ging het om een recente aanranding of verkrachting. De slachtoffers kregen meteen medische zorg, psychologische ondersteuning en in bijna de helft van de gevallen een sporenonderzoek. Daarbij worden sporen op het lichaam, zoals dna, haren en sperma, veiliggesteld als bewijsmateriaal.

Chatfunctie

Ook zochten bijna 800 mensen anoniem contact via de chatfunctie die sinds juli in gebruik is. "Je wilt dat mensen de overstap maken naar echt fysiek contact, zodat ze gebruik kunnen maken van de medische zorg en het sporenonderzoek in het Centrum Seksueel Geweld", zegt Bicanic. "We zijn nu bezig om uit te zoeken hoe we ze moed en vertrouwen kunnen geven om die stap te maken."

De helft van de mensen die geen hulp vraagt na een verkrachting, krijgt na 6 maanden PTSS.

Iva Bicanic, Centrum Seksueel Geweld

Veel slachtoffers schamen zich en zwijgen daarom over wat er gebeurd is, ziet Bicanic. "60 tot 70 procent van de slachtoffers doet niks tijdens een verkrachting of aanranding, of werkt mee. Maar het stereotype beeld in films is dat mensen schoppen en slaan, gillen en wegrennen. Als je dat als slachtoffer niet gedaan hebt, voel je jezelf laf. Die oude mythes moeten worden weggenomen."

Zwijgen erover is schadelijk, ziet ze. "Door de herinnering te vermijden en te verdringen, bijvoorbeeld door veel te sporten, werken en drugs of drank te gebruiken, gaan mensen slecht slapen. Ze worden prikkelbaar en trekken zich terug. Daardoor raken ze geïsoleerd en krijgen ze uiteindelijk een angststoornis of depressie. De helft van de mensen die geen hulp vraagt na een verkrachting krijgt na zes maanden posttraumatische stressstoornis."

Uit landelijke cijfers blijkt dat 1 op de 8 vrouwen en 1 op de 25 mannen te maken krijgt met seksueel geweld. Het gaat dan niet altijd om verkrachting of aanranding, maar ook om gedrag dat iemand als seksueel grensoverschrijdend ervaart.

"Het is belangrijk dat wij aan mensen, zeker ook aan jongeren, duidelijk maken dat je daar niet mee rond moet blijven lopen. Ze hebben niet alleen zorg voor het lichaam nodig, maar ook psychologische hulp", zegt Bicanic. "Dit is een levensbepalende ervaring, het helpt als dat erkend wordt. Je kunt iemand geruststellen, advies geven, aangeven dat gevoelens normaal zijn en de beste zorg geven, zodat ze zo snel mogelijk herstellen en die ervaring geen litteken achterlaat."

Het Centrum Seksueel Geweld is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar via 0800-0188

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl