NOS NieuwsAangepast

John Lewis vocht tegen racisme, zonder geweld en met gevaar voor eigen leven

Een icoon dat Amerika koste wat het kost wilde veranderen. Vanuit de Amerikaanse politiek wordt met lovende woorden gesproken over John Lewis, de burgerrechtenactivist en politicus die vrijdagavond op 80-jarige leeftijd overleed aan kanker. Zowel de Democratische als de Republikeinse Partij roemt Lewis om zijn strijd voor gelijke rechten en tegen racisme.

Lewis was een van de 'Big Six', een groep van zes burgerrechtenactivisten die in de jaren zestig opkwamen voor de rechten van zwarte Amerikanen, onder leiding van Martin Luther King. Lewis sprak vlak voor de beroemde 'I have a dream'-toespraak van King. Hij was de jongste van de zes, en de laatste overlevende.

In 1965 ging er een schok door de Verenigde Staten. Lewis, King en andere burgerrechten activisten demonstreerden volgens de geweldloze principes in de 'Mars op Selma'. Op een brug bij het stadje Selma in de staat Alabama werd dat protest met knuppels en traangas opgebroken door de de politie.

In 2018 sprak NOS-correspondent Arjen van der Horst met Lewis over de invloed die Martin Luther King op hem heeft gehad;

John Lewis overleden: 'Martin Luther King veranderde m'n leven'

De dag kwam bekend te staan als 'Bloody Sunday'. Lewis, toen 25, liep vooraan de mars en brak zijn schedel toen hij in elkaar werd geslagen door de politie. De beelden kwamen op nationale televisie en veroorzaakten afschuw bij veel Amerikanen, waardoor er steeds meer weerstand kwam tegen racistische politiek in het land. Hetzelfde jaar werd de Voting Rights Act aangenomen, zodat zwarte Amerikanen konden stemmen.

"Het Amerikaanse publiek had al zoveel gezien, ontelbare beelden van afranselingen", schreef Lewis in zijn memoires Walking with the Wind. "Maar er was iets met die dag in Selma, wat een diepere zenuw raakte dan alles wat daarvoor was gebeurd."

Vijftig jaar later keerde Lewis met de toenmalige president Obama terug naar de brug in Selma:

Van de straat tot het Congres, John Lewis vocht overal

In een hoofdredactioneel commentaar maakt The New York Times de vergelijking tussen de gevolgen van Bloody Sunday en de demonstraties die volgden op de dood van George Floyd. "Het onderstreept hoe mensen visueel bewijs nodig hebben om verontwaardigd te worden over onrechtvaardigheden die ook buiten het oog van de camera gebeuren." De krant roemt Lewis als een "principiële held in een tijd vol bloedvergieten".

Goede problemen

"John Lewis hield zoveel van Amerika dat hij zijn leven op het spel zette om ervoor te zorgen dat het land zijn belofte van vrijheid en gelijkheid nakwam", zei Obama, toen hij het nieuws over zijn dood hoorde.

In 1986 kwam Lewis in het Amerikaanse Congres, waar hij lang een van de meest Democratische leden was. Hij kwam daar op voor de rechten van immigranten en keerde zich tegen de Amerikaanse inval in Irak. President Obama reikte hem in 2010 de Medal of Freedom uit vanwege zijn strijd voor gelijke rechten.

De voormalige president Jimmy Carter zegt dat Lewis een "onuitwisbare indruk op de geschiedenis" heeft achtergelaten. "Alle Amerikanen, het maakt niet uit van welk ras of welke religie, zijn John Lewis dankbaarheid verschuldigd."

Nancy Pelosi, de Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, noemde Lewis "een van de grootste Amerikaanse helden". "Onze harten zijn gebroken door zijn overlijden. Ik hoop dat hij ons inspireert om 'goede problemen' te blijven veroorzaken bij het aanzicht van onrecht."

Black Lives Matter-demonstranten lopen langs een muurschildering van Lewis

Ook van de andere kant van het Congres kwamen positieve woorden. De Republikeinse leider Mitch McConnell noemde Lewis een "pionier voor burgerrechten, die zijn leven op het spel zette om racisme te bevechten, gelijke rechten te bevorderen en ons land in een lijn te krijgen met de principes waarop het gevormd is".

Ook het Witte Huis roemt Lewis in een officiële reactie als "icoon van de burgerrechten" met een "blijvend nalatenschap". President Trump zegt dat hij rouwt om het verlies van Lewis, die hij een "burgerrechtenheld" noemt.

Toen president Trump werd verkozen, weigerde Lewis om op de inauguratie te komen. Hij beschouwde Trump niet als een legitieme president, omdat hij volgens Lewis door de Russen in het zadel is geholpen. "Hij is een racist", zei Lewis ook. "We moeten daartegen in opstand komen, en het niet onder het tapijt vegen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl