NOS Nieuws

Duizenden Bosniërs demonstreren tegen herdenking Kroatische nazi's

In Sarajevo hebben duizenden burgers meegelopen in een demonstratie tegen een herdenking van duizenden Kroatische nazi's die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werden vermoord.

Normaal gesproken worden die moorden herdacht met een katholieke kerkdienst in de Oostenrijkse gemeente Bleiburg, maar dit jaar gaf Oostenrijk geen toestemming vanwege corona. Daarom werd naar de Bosnische hoofdstad Sarajevo uitgeweken, tot woede van antifascisten, Joodse en islamitische organisaties en de Servisch-orthodoxe kerk.

Tito

De demonstratie tegen de herdenking begon bij een plein waar het Kroatische nazi-regime in 1945 verzetsstrijders liet ophangen. Het eindpunt was een monument voor de partizanen van de communistenleider Tito, die de nazi's verdreven.

De deelnemers zijn het er niet mee eens dat personen worden herdacht die verantwoordelijk waren voor de dood van meer dan 10.000 inwoners van de stad, vooral Joden. "Het is niet normaal dat een stad als Sarajevo, die tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de Joegoslavië-oorlog van de jaren 90 zo geleden heeft, dit toestaat", zei een van de deelnemers.

De deelnemers passeren een plek waar slachtoffers van de nazi's worden herdacht

Kroatië, Bosnië en Herzegovina hoorden voor de Tweede Wereldoorlog bij het koninkrijk Joegoslavië. Dat land werd in 1941 door troepen van nazi-Duitsland en het fascistische Italië bezet.

De bezetters verenigden Kroatië, Bosnië en Herzegovina daarna in de Onafhankelijke Staat Kroatië, die door een vazallenregime van Kroatische nazi's werd bestuurd. Joden, Roma en Serviërs werden geïnterneerd en vermoord. De schattingen over het aantal slachtoffers lopen in de honderdduizenden.

Aan het einde van de oorlog vluchtten duizenden Kroatische en Bosnische nazi's en hun gezinnen voor de partizanen van Tito naar Bleiburg. Britse troepen stuurden hen terug, de grens weer over. Een groot deel werd door Tito's troepen ter plekke vermoord en begraven, anderen verdwenen voor jaren in Joegoslavische gevangenissen en strafkampen.

De Kroatische regering en de Kroatische en Bosnische katholieke kerken steunden de herdenking. Ook in de Kroatische hoofdstad Zagreb werd het bloedbad herdacht.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl