Joe Thompson bij een jaknikker
NOS Nieuws

Amerikaanse olieproducenten in doodsstrijd verwikkeld

  • Arjen van der Horst

    Correspondent in de Verenigde Staten

  • Arjen van der Horst

    Correspondent in de Verenigde Staten

Wie door uitgestrekte bossen van West-Pennsylvania rijdt, heeft niet snel in de gaten dat je door een kolossaal industrieel gebied rijdt. Hier zie je geen operaties van oliegiganten als Exxon en Chevron, het zijn kleine olieboeren die hier de dienst uitmaken. Verspreid in de bossen van het Appalachengebergte bezitten ze kleine stukken land waar ze honderden oliebronnen beheren.

Veel van deze bedrijven zijn in een doodsstrijd verwikkeld. Deze week dook de toonaangevende prijs voor Amerikaanse olie voor het eerst in de geschiedenis onder de nul. Olieproducenten moesten voor een vat olie 37 dollar betalen aan afnemers om het kwijt te kunnen. De coronapandemie heeft een wereldwijde economische crisis veroorzaakt, waardoor de vraag naar olie is ingestort. Opslagplaatsen voor olie raken steeds voller, waardoor olieproducenten steeds meer moeite hebben de brandstof op te slaan.

Nu is de olie-industrie altijd al een sector geweest met grote prijsschommelingen, maar dit heeft Joe Thompson nog nooit eerder gemaakt. De olieboer is de baas van het familiebedrijf Devonian Resources, die 120 oliebronnen beheert in de bergachtige bossen van Pennsylvania. Zijn grootvader richtte het bedrijf op vlak na de Tweede Wereldoorlog, waarna zijn vader het overnam. Toen die naar Texas verhuisde om een ranch te beginnen, nam zoon Joe het over.

"De afgelopen 73 jaar heeft mijn familie periodes van economische voorspoed en tegenspoed overleefd. Wat er nu gebeurt, hebben we nog nooit zo meegemaakt. Nooit eerder hadden we een negatieve olieprijs."

Kijk hier naar de reportage die correspondent Arjen van der Horst in Pennsylvania maakte:

Kleine olieproducenten VS in de problemen

Al voor de pandemie had Thompson het moeilijk. De olieprijs is al jaren laag en hij heeft steeds meer concurrentie gekregen van de snel groeiende schaliegas- en olie-industrie in Pennsylvania. "Om winst te kunnen maken, heb ik een prijs nodig van 70 dollar per vat. In 2014 piekte de prijs op 109 dollar en toen kon ik nog een aardige boterham verdienen. Maar in 2015 dook de prijs al onder de 60 dollar en bleef het maar dalen. Kleine producenten als ik worstelen al jaren."

De schokgolven van deze ongekende oliecrisis zijn overal in Amerika merkbaar. Alleen al in maart gingen 50.000 banen in de olie-industrie verloren en de eerste oliebedrijven hebben een faillissement aangevraagd. De vooruitzichten zijn somber. Alleen al in Texas, de grootste olieproducent van de VS, verwachten analisten dat dit jaar een miljoen banen verdwijnen en honderden bedrijven over de kop gaan.

Een jaknikker in Pennsylvania

Pennsylvania heeft een lange geschiedenis in de olie-industrie. Op een paar kilometer afstand van Thompsons bedrijf ligt Drake Well, dat bekend staat als het oudste commerciële olieveld ter wereld. In 1859 werd hier de eerste oliebron geslagen en leidde het tot de eerste olieboom van de Verenigde Staten.

De crisis is dan ook extra pijnlijk voor het westelijke deel van de staat, waar de olie-industrie al 160 jaar lang een steunpilaar is van de plaatselijke economie. De plattelandsregio van deze staat behoort tot de armste gebieden van de Verenigde Staten en de olie-industrie is hier een van de belangrijkste werkgevers. Duizenden inwoners zijn afhankelijk van kleine olieboeren als Joe Thompson.

"Ik heb nagenoeg mijn voltallige personeel moeten ontslaan. Ik had negen mensen in dienst, maar op dit moment heb ik niemand meer in vaste dienst. Ik heb nog een paar jongens die een paar uur per week onderhoud voor mij verrichten. Ik run dit bedrijf nu min of meer in mijn eentje."

Joe Thompson

In de bossen van Pennsylvania ligt mogelijk ook een tijdelijke oplossing voor olieboeren in nood. Thompson wijst op een oude olie-installatie, die verstopt is tussen de bomen en omringd is door halfvergane olievaten. Dit zijn de zogeheten 'orphan wells', oude oliebronnen die de afgelopen anderhalve eeuw zijn achtergelaten. Ook al zijn ze min of meer leeg, nog steeds lekken ze olie en methaangas in de natuur en het grondwater. Er zijn naar schatting honderdduizend van deze verlaten bronnen in West-Pennsylvania.

Thompson en andere olieboeren hebben nu voorgesteld om een deel van de federale noodfondsen in te zetten om deze bronnen veilig te stellen. "Wij hebben de kennis. Wij weten hoe je deze bronnen met cement en andere middelen kan dichtgooien. Je spaart de natuur en je helpt ons aan werk."

Toch ziet Thompson het somber in. "De komende maanden zul je een golf aan faillissementen en overnames zien in de olie-industrie." Hij acht het onwaarschijnlijk dat een vierde generatie zijn familiebedrijf zal overnemen. "Ik zie het niet gebeuren. Wij hebben geen toekomst. De kleine familiebedrijven in de olie- en gasindustrie zijn een uitstervend soort."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl