Op bezoek bij een ziek familielid
NOS Nieuws

Kinderen met ziek familielid zijn minder gelukkig dan klasgenoten

Ze hebben vaker hoofdpijn dan hun klasgenoten, zijn sneller moe en raken soms zelfs uitgeput. Kinderen met een langdurig zieke ouder, broer of zus hebben het aanzienlijk moeilijker op school, concluderen onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de Vrije Universiteit Amsterdam.

1 op de 5 scholieren heeft een langdurig ziek gezinslid. Zo'n ziekte trekt een zware wissel op het gezin: de jongere mantelzorgers ervaren veel stress en hebben zelf een grotere kans op gezondheidsklachten. "Ik was vooral geschrokken van hoe vaak jongeren het moeilijk hebben om in slaap te komen. Bijna een kwart, terwijl dat bij andere jongeren 13 procent is", zegt onderzoeker Simone de Roos.

Bezorgd of moeder niet stikt

De kinderen geven hun leven gemiddeld gezien een lager cijfer en zijn minder gelukkig. Ze moeten soms zware zorgtaken op zich nemen en worden sneller geacht zelfstandig te zijn. Ook maken ze zich veel zorgen en dat kan leiden tot concentratieproblemen op school, vertelt De Roos in het NOS Radio 1 Journaal. "Je kan denken aan een meisje dat op school zit met haar moeder thuis met taaislijmziekte. De moeder is heel benauwd en het meisje maakt zich zorgen of haar moeder niet stikt. Daarom belt ze haar moeder in de pauze om te checken of het wel goed gaat."

Een ander voorbeeld: "Er was ook een meisje dat thuis een autistische vader en broer heeft, die regelmatig thuis ruzie hebben. Ze is bang dat ze op school gebeld wordt om weer te moeten bemiddelen. Dat zijn situaties die heel ingrijpend zijn".

De Roos zegt dat de kinderen op school vaak minder aansluiting vinden, omdat ze bang zijn om uitgelachen of gepest te worden vanwege hun situatie. "Jongeren willen gewoon normaal zijn en niet opvallen. Door schaamte kunnen ze minder vaak klasgenoten mee naar huis nemen."

Ik maak me altijd zorgen om haar.

Femke (16) over haar gehandicapte zus

Verslaggever Martijn van der Zande sprak de 16-jarige Femke met een meervoudig gehandicapte zus, met wie ze communiceert via een spraakcomputer. "Je zorgt voor je zus, je houdt zoveel van haar, dat doe je gewoon. Maar ik maak me altijd zorgen om haar."

Haar zus is 4 jaar ouder, dus Femke is niet anders gewend. Dat neemt niet weg dat de situatie van haar zus ook mee naar school neemt. "Als ze zich niet lekker voelt, of wanneer ze een epileptische aanval heeft gehad, waardoor het minder goed gaat. Dan zit je als klein kind echt niet lekker op school."

Femke kan er gelukkig goed over praten met haar vrienden, die ook vaak over de vloer komen. Dat helpt, zeggen de onderzoekers. Ze wijzen erop dat steun van thuis, vrienden, klasgenoten en leraren de kwaliteit van leven van deze scholieren kan verbeteren.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl