Stef Dijkman ging van het CDA, met een tussenstap, naar de PPR
NOS Nieuws

Tussentijds overstappen naar een andere partij: kan dat?

  • Albert Simons

    politiek Den Haag

  • Albert Simons

    politiek Den Haag

Femke Merel van Kooten maakte vandaag bekend dat ze lid is geworden van 50Plus en voor die partij ook wil meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Van Kooten zit sinds maart 2017 in de Kamer, eerst voor de Partij voor de Dieren en sinds de zomer van 2019 als onafhankelijk Kamerlid.

In het NOS Radio 1 Journaal zei ze dat ze tot aan de verkiezingen het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren blijft uitvoeren en dat er ook geen sprake is van een tussentijdse overstap naar de fractie van 50Plus. "Dat mag ook helemaal niet, je mag je als afsplitser niet aansluiten bij een andere partij."

Klopt dat? Het is theoretisch wel degelijk mogelijk dat iemand tijdens een zittingsperiode van de ene fractie naar de andere overstapt. Volgens hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel Bert van den Braak is het enige voorbeeld in de Tweede Kamer Stef Dijkman: in de jaren 80 van de vorige eeuw had Dijkman tijdens één zittingsperiode als Kamerlid drie "verschillende petten" op.

Dijkman werd in 1982 gekozen voor het CDA, vormde in 1983 na allerlei inhoudelijke conflicten een eigen fractie en sloot zich in 1985 aan bij de toenmalige PPR, een van de voorlopers van GroenLinks. Van 1985 tot 1986 was Dijkman lid van de PPR-fractie, die er dus één zetel bij kreeg.

Roland van Vliet

Korter geleden werd gespeculeerd over een soortgelijke overstap van het Kamerlid Roland van Vliet; alleen is het van zo'n 'transfer' niet gekomen. Van Vliet zat in de Tweede Kamer voor de PVV. Uit onvrede met de koers van die partij splitste hij zich in 2014 af en ging als eenmansfractie verder. Tijdens de zittingsperiode werd hij lid van de VVD en naar verluidt heeft hij toen ook een poging gedaan om tussentijds naar de fractie van de regeringspartij over te stappen, maar mislukte dat omdat de VVD om principiële redenen geen Kamerleden wilde "overnemen" die niet op de VVD-lijst stonden.

Van den Braak wijst verder nog op een ander voorbeeld waar het niet ging om een overstap van individuele Kamerleden, maar wel om een verandering in de samenstelling van fracties vanwege een andere reden dan vertrek of afsplitsing: in 2001 fuseerden de fracties van RPF en GPV tussentijds tot ChristenUnie en gingen onder die naam verder.

Er zijn veel Kamerleden die voor meerdere partijen in de Tweede Kamer hebben gezeten. In de recente geschiedenis zijn bijvoorbeeld te noemen Teeven (Leefbaar Nederland / VVD), Van Otterloo (PvdA / 50Plus) en Kraneveldt (LPF / PvdA). Maar in al die gevallen ging het dus niet om een overgang in dezelfde zittingsperiode.

Kiezersbedrog

In de discussie over de positie van individuele Kamerleden gaat het meestal niet over aansluiting bij een andere fractie, maar veel vaker over afsplitsingen. Want die komen best vaak voor. Dan valt met enige regelmaat het woord "kiezersbedrog". De afsplitsers benadrukken vervolgens vaak dat niet zij de "schuldige" zijn van het conflict, en dat zij nu eenmaal democratisch gekozen zijn.

Van Kooten wil het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren blijven uitvoeren; volgens haar heeft die partij zelf gekozen voor "versmalling van de koers". Ook Wybren van Haga ziet zichzelf niet als zetelrover. Hij werd vorig jaar uit de VVD-fractie gezet na een conflict over zijn bemoeienis met zijn vastgoedbedrijf, en ging daarna als eenmansfractie verder. Van Haga onderstreepte toen dat hij niet uit eigen beweging is opgestapt bij de VVD en dat hij het regeerakkoord blijft steunen.

In de discussie over de positie van parlementariërs benadrukken staatsrechtgeleerden meestal dat Kamerleden een "individueel mandaat van de kiezer" hebben en dat ze op grond van artikel 67, derde lid, van de Grondwet "zonder last" stemmen". In de vorige kabinetsperiode zette de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Plasterk, vraagtekens bij de vele afsplitsingen, maar hij kwam tot de conclusie dat aan een grondwettelijk verbod meer na- dan voordelen kleven. "Zo'n verbod zou ons partijensysteem nog dominanter maken dan het nu is", schreef hij in 2015.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl